Route 13 – Oorlog in Gilze, Rijen, Alphen, Riel, Molenschot en Hulten

Route 13 – Oorlog in Gilze, Rijen, Alphen, Riel, Molenschot en Hulten
Woensdag 12 augustus 2020
Afgelegd: 77 kilometer
Totaal: 780 van 1000 kilometer
Eerdere blogs van dit project op een rijtje: klik hier

Wat een bijzondere rit was dit, zeg. Enorm van genoten. Dingen te weten gekomen die ik nog niet wist en onverwachts een fantastische rondleiding gehad. Zo’n 42 kilometer is de Liberation Route Brabant van Brabant Remembers. Ik plakte er een lus Alphen aan vast en heb diverse adressen in Gilze en Rijen bezocht die niet bij de route hoorden. Zo kwam ik vandaag op een totaal van 77 kilometer, heel wat meer dan vooraf verwacht. En dat met een temperatuur van dertig graden… Voor de informatie in Gilze en Rijen bedank ik Heemkring Molenheide. Deze pdf vond ik de avond voor mijn vertrek: veel points of interest die de route van Brabant Remembers mooi aanvulden.

Ik fietste ergens tussen Alphen en Gilze toen de telefoon ging: Ton van den Hoof, beleidsmedewerker van Traditiekamer Vliegbasis Gilze-Rijen. Ik had de avond ervoor op goed geluk een mail gestuurd toen ik me voorbereidde; binnen een paar uur kwam er al een reactie. Ik was die ochtend nog welkom! De rondleiding van zijn collega Tinus Konings was enorm interessant; twee uur lang nam hij alle tijd voor mij. Meer over de expositie in mijn verhaal hieronder.

Twee verhalen die er voor mij uitsteken binnen deze lange route, hebben te maken met camouflage. De Duitsers waren een meester in het vermommen: een kazerne vol Duits personeel leek vanuit de lucht net een Brabants dorpje met boerderijen en niet ver van mijn vertrekpunt in Riel lag een schijnvliegveld in de bossen: geallieerde piloten werden voortdurend misleid. Leer er alles over in deze blog. Route 13: oorlog in Gilze, Rijen, Alphen, Riel, Molenschot en Hulten!

Route 13 - Oorlog in Gilze, Rijen, Alphen, Riel, Molenschot en Hulten

Riel

Ik parkeer mijn auto op de plek van mijn eerste verhaal, in het dorpje Riel (2.000 inwoners), hoek Dorpstraat en Beatrixstraat. Hier staat een bijzonder beeld in de tuin van een inwoner van het dorp. Karl-Heinz Rosch was een Duitser die opgeroepen werd voor de Wehrmacht. Hij werd ­ingekwartierd op de boerderij van de familie Kilsdonk in ­Goirle en dat gezin kon goed met Rosch opschieten. Hij waarschuwde ze zelfs als er hoge officieren langskwamen; konden zij mooi hun radio en de fietsen verstoppen. Op vrijdag 6 oktober 1944 wordt er hier enorm gevochten en als Rosch en zijn kameraden uit de boerderij rennen, ziet hij de twee kinderen Toos en Jantje Rosch op het erf spelen. De andere Duitsers rennen door naar hun kanon, maar Rosch rent naar de twee peuters en neemt ze onder zijn arm. Dankzij de soldaat zitten ze veilig in de schuilkelder als er even later een mortiergranaat inslaat precies op de plek waar de twee speelden. Karl-Heinz Rosch werd daarbij dodelijk geraakt. Hij was 18 jaar oud. Het verhaal kreeg in 2005 bekendheid en een raadslid maakt zich hard voor een standbeeld. Er komt ophef. De Duitsers hebben in deze omgeving mensen geëxecuteerd, we kunnen nu toch niet een van hen eren met een beeld? Het beeld komt er toch, maar waar moest het komen te staan? Het gemeentebestuur van Goirle vond de kwestie erg gevoelig liggen en wilde geen medewerking verlenen aan plaatsing. Leo Vermeer uit Riel, opgegroeid in de buurt van de boerderij van Kilsdonk, kwam met de oplossing: zijn eigen voortuin. Sindsdien staat het beeld hier, bij deze woning an de Dorpsstraat. Het werd in 2008 onthuld. Jan en Toos Kilsdonk waren daarbij, net als twee stiefbroers van Karl-Heinz Rosch. De goede Duitser.

Het Bels Lijntje was een spoorlijn tussen Tilburg en Turnhout. Begin jaren 90 verdwenen alle spoordelen, het tracé werd al jaren niet meer gebruikt. Nu ligt er een prachtig fietspad en via dit pad rijd ik weg van Riel, in de richting van het dorp Alphen. Vlakbij knooppunt 70 arriveer ik bij Schijnvliegveld De Kiek, een hele mooie locatie.

In de Tweede Wereldoorlog is door Duitsland het vliegveld Gilze-Rijen in gebruik genomen; straks veel meer hierover. Sindsdien was deze regio niet veilig: er waren voortdurend bombardementen van de geallieerden. Om te voorkomen dat het vliegveld vernietigd zou worden, realiseerde de Duitsers schijnvliegveld De Kiek: zij noemden het Scheinflugplatz Kamerun. Er kwamen drie fake startbanen, nephangars en met houten nepvliegtuigen probeerden de Duitsers geallieerde vliegers te misleiden. Steeds als er bommenwerpers van de geallieerden in aantocht waren, kwamen de soldaten in actie. Ze trokken houten vliegtuigjes over rails heen en weer en schenen met grote lichten in de lucht. In 2019 is dit bosgebied helemaal opnieuw ingericht, zodat we nu optimaal kunnen leren en herbeleven. Een geweldig initiatief! De bunker die er al die tijd gestaan heeft, is opgeknapt. Ook is er een stalen vliegtuig geplaatst, een replica van een Messerschmitt. Schijnvliegveld: ik had nog nooit van het fenomeen gehoord. De Duitsers trokken alles uit de kast om te misleiden; verderop een tweede voorbeeld.

Alphen

Met een omweg fiets ik naar Alphen. In het buurtschap Alphen-Oosterwijk houd ik halt bij een boerderij uit de achttiende eeuw, die is ingericht met voorwerpen uit het boerenleven van vroeger. Hier woonden Jan en Jonneke Segers, die door hard werken hun boerderij uitbouwen. Er komen vijf kinderen. Eind augustus 1939 valt er een envelop op de deurmat. Omdat Jan in dienst is geweest, moet hij zich nu, bijna 35 jaar oud, melden voor de algemene mobilisatie. Hij zit aanvankelijk niet ver van huis, maar kort na de Duitse inval in Polen wordt Jan ingekwartierd in Veenendaal, vlakbij de Grebbeberg. Weer niet veel later bevalt Jonneke van een zesde kind. Jan krijgt één dag verlof: 24 uur om de urenlange reis te maken, er te zijn voor zijn gezin en dan weer op tijd terug te zijn. Gelukkig weet hij iets te ritselen bij een dokter; die maakt een briefje dat een extra dag verlof echt noodzakelijk is voor het gezin. Niet voor te stellen: je kindje komt ter wereld en je mag alleen maar even binnen komen wippen om dat geluk te aanschouwen. Voor hij het wist, bevond hij zich weer tussen de soldaten. Tijdens de strijd om de Grebbeberg, van 11 mei tot 13 mei 1940, vochten duizenden Nederlandse militairen tegen een Duitse overmacht. Er sneuvelden 424 landgenoten. Jan Segers keerde na de strijd levend terug naar zijn gezin in Alphen.

Er is hier in de straat ook nog een kleine kapel, in 1947 gebouwd naar aanleiding van de bevrijding van Alphen. In de kapel is zelfs nog een gevelsteen ingemetseld uit 1611, met het wapen van Prins Maurits, heer van stad en land van Breda. De inwijding van het bedehuisje, door bisschop Joseph Baeten, was een plechtigheid waarvoor heel Alphen uitliep.

Via knooppunt 72 (buurtschap Druiswijk), 67, 20 en 66 rijd ik door een prachtig bosgebied naar Alphen. Het is voor negen uur al heel warm aan het worden en gezinnen maken zich op voor een leuke dag aan recreatieplas ’t Zand. Ik maak wat foto’s van de lichtstralen van de zon die door gaten in het bladerdak op de paden voor me schijnen. Genieten.

Het is lastig fotograferen met die laaghangende ochtendzon. Ik had er ook al last van bij de boerderij van Segers, nu krijg ik het oorlogsmonument in de kern van Alpen amper vastgelegd. Het monument staat op het W. Binckplein, voor de kerk. Het is een gemetselde muur met een betonnen plaat met daarin een kruis. Aan de ene kant is een plaquette aangebracht die de omgekomen inwoners van Alphen herdenkt. Aan de andere kant is er eentje die, in het Pools, stilstaat bij de omgekomen Poolse bevrijders van het dorp.

Aan de Molenstraat ligt de algemene begraafplaats en direct bij binnenkomst zie ik rechts de oorlogsgraven. Op een rij liggen de graven van Nederlandse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog; daarachter een erehof met achttien Poolse oorlogsgraven. Vijf van de Nederlandse slachtoffers zijn soldaten die gesneuveld zijn in de meidagen van 1940, de zesde was lid van het verzet en werd gedood in 1944. Er moet gras in worden gezaaid hier en ik loop door het droge zand; gevoelstemperatuur inmiddels zo’n 78 graden Celsius.

Ik moet na Alphen gaan fietsen in de richting van Gilze. Ter hoogte van Chaamseweg 45 staat een duidelijk bord dat me een pad langs een akker instuurt. ‘Fusilladeplaats oktober 1944’. Na 750 meter kom ik aan bij een luisterzuil. Ik ben overigens geen fan van de werking van deze zuilen van Liberation Route Europe. Je moet aan een wiel blijven draaien om het hele verhaal te horen; tijdens de lange fietstochten heb je echter af en toe behoefte om te zitten en te luisteren. Ik wil helemaal niet aan zo’n wiel blijven draaien, zeker niet als hij stroef draait, zoals hier. En dan ook nog halverwege stopt. Ik ga niet opnieuw beginnen: gelukkig staan alle audio-bestanden ook online. Ik had de luisterzuilen fijner gevonden als er gewoon drie knopjes op gezeten hadden, de verhalen in het Nederlands, Duits en Engels. Zitten, luisteren. Want de verhalen zijn natuurlijk ontzettend interessant en waardevol.

In dit gebied woedde op 6 oktober 1944 een felle strijd. Poolse soldaten probeerden de Duitsers terug te dringen, maar ondervonden hevige weerstand. Ondertussen bleven de bezetters op jacht naar onderduikers en Nederlanders die hen onderdak boden. Bij de geringste verdenking ging men over tot rigoureuze maatregelen. Bij Toon Oomen zaten twee mensen uit het verzet ondergedoken. Toen het te heet onder hun voeten werd, zijn die twee vertrokken. Snel na hun vertrek stonden er zeven Duitse soldaten aan de deur. Toon, zijn buurman Felix Roelen en onderduiker Willy van den Corput werden na een korte ondervraging meegenomen. Hier, op deze plek in de Alpense Bossen, moesten ze in een droge sloot liggen, met hun gezicht naar beneden. Ze werden zonder pardon gefusilleerd – op zo’n driehonderd meter van hun eigen boerderijen. Felix Roelen werd getroffen in zijn nek, maar bleek uiteindelijk niet dodelijk getroffen. Hij lag uren buiten bewustzijn in de sloot en werd wakker met een laag zand over zijn lichaam. De twee anderen lagen naast hem, levenloos. Felix overleefde de oorlog. Een wonder. Toon Oomen ligt op de begraafplaats die ik zojuist bezocht, in Alpen. Willy van den Corput ligt begraven in Breda.

Terug naar de route zoals ik hem in mijn handen heb, terug naar knooppunt 67. Ik kom voor het eerst langs lange hekken met prikkeldraad erop, om de zoveel meter voorzien van een bord met daarop een waakhond. Het terrein van vliegbasis Gilze-Rijen is zo’n 650 hectare groot, leer ik later. En op dit moment word ik gebeld door een medewerker van de Traditiekamer Vliegbasis Gilze-Rijen, een soort museum met het luchtvaarthistorisch cultuurgoed uit de regio. Ton van den Hoof geeft aan dat ze weliswaar gesloten zijn, maar dat ik straks bij de slagboom van de vliegbasis van de luchtmacht de naam van zijn collega mag noemen, dan komt hij me halen. Geweldig nieuws: het verzoek had ik twaalf uur eerder gemaild en nu al komen ze met een reactie.

Het vliegveld komt straks; eerst naar het dorp Gilze.

Gilze

Vanaf knooppunt 67 is het een kilometer of vier rijden en dan rijd ik Gilze binnen. Het dorp werd ontzettend vaak getroffen tijdens de talrijke bombardementen op het vliegveld. Engelse en Amerikaanse vliegtuigen probeerden zeer regelmatig het vliegveld schade toe te brengen, maar de bommen vielen ook op Gilze. De lijst van bombardementen is lang. Zo werd het centrum van Gilze op 10 februari 1944 zwaar getroffen en bij het Amerikaanse bombardement van 5 juli 1944 vielen er 21 burgerslachtoffers. De inwoners keken dan ook uit naar de bevrijding, die op 27 oktober 1944 eindelijk kwam. Terwijl de Poolse soldaten Gilze naderden, bliezen de terugtrekkende Duitse soldaten die maand ook nog eens de watertoren, het raadhuis, de molens en de kerk op. Eerder bezocht ik Meijel en Overloon, die zware oorlogsjaren hebben gekend. Vandaag leer ik dat ook Gilze het zwaar te verduren heeft gehad.

Bij de kerk weer een luisterpaal: herinneringen van Gerrit Jacobs worden voorgelezen. Hij maakte 1944 mee als 14-jarige jongen. Een zware explosie rukte de dikke muren van de kerk met geweld uiteen, vier Duitsers zorgden voor een grote ravage. Informatie over dit voorval en andere tragedies in Gilde leer ik vooral kennen via bordjes in de straten: de lokale heemkunde zorgde voor een goede herinneringsroute. De begraafplaats van Gilze, enigszins verstopt achter de kerk, bevat de graven van tien Britse gesneuvelden. In het midden van deze graven ligt een graf van een Nederlandse sergeant die in 1947 om het leven kwam op vliegbasis Gilze-Rijen. Er is ook een gezamenlijk grafmonument voor alle burgerslachtoffers; een erehof met veertig graven van inwoners van Gilze die zijn omgekomen in de Tweede Wereldoorlog. Het monument staat in de schaduw van de Klokkenstoel, die de bevrijding van het dorp herdenkt. Een monument uit 1994, maar de klok in de constructie is uit 1651. Het gaat om de originele klok uit de kerk van Gilze, door de Duitsers gevorderd maar nooit omgesmolten. Na de oorlog is de klok teruggevonden.

Ik kom bij die kerk via de Kerkstraat, waar ik een foto maak van Zorgcentrum Sint Franciscus. Ik leerde op de site Traces of War dat oudere inwoners geheel onverwachts op last van de Duitse bezetter hun woningen moesten verlaten, vlak voor oudejaarsavond 1943. De meeste konden worden opgevangen in een gasthuis in Dongen. De inboedel werd opgeslagen in bergruimte die de inwoners van Gilze spontaan aanboden: zolders, leegstaande leerlooierijen, huizen. In het gebouw zelf werden na de ontruiming vrouwelijke vrijwilligers van de Luftwaffe ondergebracht.

In de omgeving van de kerk diverse tragedies. In de Raadhuisstraat werd bij een bombardement op 5 juli 1944 het gezin In ’ t Ven onder het puin bedolven. Alleen de vader overleefde het bombardement, omdat hij naar zijn werk was. Er waren nog drie andere personen in het huis aanwezig en die kwamen ook om het leven. Op het Bisschop de Vetplein, waar nu een filiaal van Kruidvat zit, viel diezelfde dag een bom op de woning van het gezin Sikkenga. De bom trof ook de kelder waarin de bewoners schuilden. Moeder Sikkenga en zes van haar kinderen waren op slag dood. Drie kinderen en de vader overleefden het drama, omdat zij niet thuis waren. Schuin tegenover Kruid overigens een fraai herenhuis, Villa Mol. In maart 1941 moest de bewoonster op last van de Duitsers de villa verlaten. Na de bevrijding trokken er Britse soldaten in. Uitgeleefd en gehavend kwamen de villa en de bijbehorende siertuin uit de oorlog tevoorschijn.

Op 26 februari 1945 viel er een V1 (onbemande straalvliegtuig) op twee huizen in de Lange Wagenstraat, nu is er een autobedrijf. In totaal vielen er negen slachtoffers: twee volwassenen en zeven kinderen. Doordat de voorgevel van de zuivelfabriek tegenover de huizen instortte, werden twee kinderen gedood. Zij stonden daar te wachten op een warme maaltijd. Een paar dagen later stierf nog een meisje aan haar verwondingen. Ik som de tragedies nu even in een paar zinnen op; één voor één natuurlijk afschuwelijke drama’s.

Ik passeer het oude raadhuis op de Nieuwstraat, nummer 22. Hier was tijdens de oorlog het lokale distributiekantoor gevestigd. Honderdvijftig meter verder, woensdag 4 september 1940. Kort na middernacht sloeg in dezelfde Nieuwstraat, vlakbij hotel De Kronen, een Duitse bommenwerper te pletter, volgeladen met kerosine en bommen. De situatie op de rampplek was onbeschrijflijk: hier een goed verhaal. Zeven burgers en de bemanning van het vliegtuig kwamen om het leven, drie woningen raakten totaal vernield. Ik rijd naar het noorden, waar in 1939 een nieuw raadhuis werd opgeleverd. Ik schreef het hierboven al: op 10 oktober 1944 werd het verwoest toen de Duitsers zich terugtrokken uit de regio. De foto van het ingestorte dak spreekt boekdelen; knap hoe ze het opnieuw hebben opgebouwd.

In de nacht van 1 juni 1944 stortte in de korenvelden aan de Warande een Britse bommenwerper neer. Zes slachtoffers, waaronder twee Nederlanders. Ik verlaat het dorp via de Ridderstraat en sta even stil bij nummer 60. Hier sloeg een onbemande V2-raket in op 20 maart 1945. Het huis is uit zijn voegen gerukt, twee kinderen raakten gewond, vijftig meter achter het huis was een enorme krater. Gilze was toen al even bevrijd, veilig was het nog allerminst.

Eén dorp. In 1940 maar zo’n 4.000 inwoners. Wat een leed.

Online voorlopig nog beschikbaar: de documentaire Overleven in de schaduw van het vliegveld, van de heemkundekring Molenheide.

Duits Militair Kamp Prinsenbosch

Een paar kilometer buiten het dorp Gilze ligt voormalig Duits Militair Kamp Prinsenbosch, ik verwees er al naar in mijn inleiding: opnieuw een goed voorbeeld van Duitse camouflage. De Luftwaffe nam eind 1940 ruim dertig hectare bos tussen Gilze en Chaam in beslag, met als doel een groot, luxe legeringskamp te bouwen. Eind 1941 was het hele complex klaar. Het kamp bestond uit ongeveer vijftig gebouwen van waaruit de militairen met een treintje naar het vliegveld Gilze-Rijen werden gebracht. Het kamp leek vanuit de lucht op een dorp, zodat er minder kans was op bombardementen door gevechtsvliegtuigen. Geen hoekige kazernes dus, maar prachtige hoeves. Bekijk de foto’s: knap hoe dit in een enorm tempo is gerealiseerd. In deze boerderijen kwamen kantoren, garages, badhuizen, magazijnen, kantines, een kegelbaan, een gevangenis en een munitiemagazijn. Het hele complex kwam vrijwel ongeschonden uit de strijd: de camouflage heeft gewerkt. Tot op de dag van vandaag is er nauwelijks iets gewijzigd aan de bebouwing of aan het wegenpatroon. Het Nederlandse leger maakte er een tijd gebruik van, in 1953 werd het tijdelijk gebruikt voor de opvang van slachtoffers van de watersnoodramp. Vanaf eind 1993 vangt het COA er asielzoekers op. Momenteel worden in Prinsenbosch zo’n 840 mensen opgevangen. Er wordt verbouwd en uitgebreid; na 2025 kunnen er zelfs 1200 asielzoekers verblijven. Als je het mij vraagt, wonen ze in het mooiste AZC van Nederland. Een mooi contrast met de ellende waar de meeste van hen vandaan komen. Ik fiets over het terrein en het is er rustig, deze zonnige woensdagochtend. Mensen knikken vriendelijk, ik geniet van de omgeving. De keien maken het fietsen wat vervelend. Tijd om door te fietsen.

Molenschot

Via de buurtschappen Langereit en Raakeind en een brug over de A58, kom ik bij Molenschot. Een dorp met 1.300 inwoners, een aantal dat in 1940 nog een stuk lager lag. Klein, maar toch ook hier weer het nodige oorlogsleed.

Ik fotografeer de kerk. In 1942 kreeg de parochie een bericht van de bezetter: de torenspits van de St. Annakerk moest met vijftien meter worden ingekort om landen en starten op een van de banen van het vliegveld wat veiliger te maken. Ik zie een oude foto met daarop een langere toren: zonde. Triester is het verhaal dat hoort bij de woning op Broekstraat 12, vlakbij die kerk. Poolse troepen schoten op 28 oktober 1944 bij de bevrijding van Molenschot richting de kerktoren, omdat daar Duitsers inzaten. Omwonenden gingen de schuilkelder achter Broekstraat 12 in. Mevrouw Bink-Diepstraten, die op dit adres woonde, zat in een rolstoel. Ze was tot aan de ingang van de schuilkelder gekomen en werd toen door een granaatscherf dodelijk getroffen. Ze overleed op de dag van de bevrijding van haar dorp.

Verschillende gebouwen in het dorp beschadigen flink bij de heftige strijd eind oktober 1944, woningen raken tijdelijk onbewoonbaar. Via de Broekstraat rijd ik het dorp uit en ik ervaar hoe dicht het bij het vliegveld ligt: in een mum van tijd ben ik op het volgende adres, tegenover de hekken met prikkeldraad van de vliegbasis.

Maria Ligtvoet-Maas woonde met haar man Thomas op Heideweg 13 in Molenschot, aan de westzijde van Fliegerhorst Gilze-Rijen. Ik fiets langs campings en binnenspeeltuin Kids Wonderland, en zie de woning dan ineens aan mijn linkerhand. Ondanks het immense oorlogsvliegveld naast hun huis, ging het leventje van het kinderloze echtpaar gewoon door. Op het vliegveld werkten sinds augustus 1943 zo’n honderdvijftig gevangenen uit Kamp Vught. Zwaar werk, maar de omstandigheden waren hier beter dan in Vught. Toen het vliegveld voor de zoveelste keer wordt gebombardeerd, maakten enkele gevangenen dankbaar gebruik van de chaos. Niet veel later stonden ze voor de deur van Heideweg 13. Maria Ligtvoet-Maas deed wat ze ook eerder al had gedaan: ze sommeerde de mannen om hun gestreepte kleding uit te doen en gaf ze burgerkleding waarin ze niet opvielen. De mannen verdwenen en de gestreepte kleding ging in de haard. Het ging die dag helaas fout. Bewakers van het vliegveld stonden voor de deur en op het fornuis troffen ze restanten aan van de gestreepte kleding. Ze werd gearresteerd en op 15 december 1943 werd ze overgebracht naar Kamp Vught. Ze overleefde de oorlog. Maria overleed in 1983; tijdens haar leven hebben niet veel mensen geweten van haar hulp in 1943. Drieënhalve maand lang voorzag ze ontsnapte gevangenen van kleding.

Ik volg de hekken van de vliegbasis, er staan ook wat wachthuisjes – navraag leert me dat ze gebouwd zijn na de Tweede Wereldoorlog. Ik kom snel na Heideweg 13 terecht op de provinciale weg, de N282. Het is maar een klein stukje rijden naar de helikopterbasis van de luchtmacht, het eerste vliegveld van Nederland. Op naar de Traditiekamer Vliegbasis Gilze-Rijen.

NB: Ik weet dat er meer te vinden is binnen de grenzen van Molenschot: diverse restanten van bunkers zijn nog terug te vinden bij de Molenschotsebaan en de Broodbaan, omgeving Golfclub Toxandria. Ik fiets hierheen na mijn bezoek aan de vliegbasis; zie eerste alinea onder Rijen.

Vliegbasis Gilze-Rijen / Fliegerhorst Gilze-Rijen

Gelukkig heb ik mijn rijbewijs altijd in mijn fietstasje zitten, ook nu ik onverwachts ben uitgenodigd op de vliegbasis. Zonder identificatie was ik niet voorbij de slagboom gekomen, verzekerd de vrouw me voordat ik verder mag. Ik rijd een paar honderd meter achter een pick-up van Defensie aan en ontmoet Tinus Konings, een Kosovo-veteraan. Geboren in 1950, vertelt hij me later, dus de oorlog heeft hij net niet meegemaakt. Hij weet er wel ontzettend veel van, en dan met name van alles dat er gebeurde in deze omgeving. Voor zijn drie maanden in Kosovo, in 1999, werkte hij onder meer vele jaren voor Defensie in Blomberg, Duitsland. Sinds zijn pensionering investeert hij veel tijd in de Traditiekamer Vliegbasis Gilze-Rijen, die het luchtvaart-historisch cultuurgoed uit de regio beheert en presenteert. De rondleiding die ik van hem krijg duurt twee uur en omvat veel meer dan alleen de Tweede Wereldoorlog, waar ik eigenlijk voor kom. Maar ik slok de informatie op en geniet ervan om iemand met zoveel passie over zijn wereld te zien praten.

Het verhaal begint bij het ontstaan van het vliegveld op de voormalige Molenschotse Heide. Het militair gebruik van deze omgeving begon al in 1831 toen Koning Willem I hier zijn troepen wilde voorbereiden op een opstand van de Belgische bevolking; ze eisten soevereiniteit. In 1909, heel wat jaren verder, is er een ondernemer uit de regio die hier een bijzondere evenement wil organiseren: de eerste vliegmachine-opstijging in ons land. Het inspireert enorm: de Eerste Nederlandsche Vliegvereeniging werd opgericht en in maart 1910 kon op het vliegveld Molenheide een bijbehorende vliegschool worden geopend. Gilze-Rijen werd hiermee het eerste vliegveld van Nederland; aanvankelijk vooral bedoeld voor civiel gebruik, maar ook de militaire luchtvaart ging er gebruik van maken. Het luchtverkeer nam toe, het vliegveld groeide en kreeg een nieuwe naam: vliegveld Gilze-Rijen.

We passeren diverse vitrines en komen dan aan bij de Tweede Wereldoorlog. De Duitse legerleiding moet al voor de bezetting van Nederland plannen hebben gehad met het vliegveld, want direct na de inval beginnen de bezetters met een forse uitbreiding: Fliegerhorst Gilze-Rijen wordt een van de grootste vliegvelden van Europa. Ze konden mooi voortborduren op wat er op deze plek al was neergezet sinds 1910. Het had nogal wat gevolgen voor de bevolking: huizen en grond werden onteigend, mensen hadden vaak maar een paar dagen de tijd om hun woning te ontruimen (zie deze brief, ondertekend door de burgemeester). De verbindingsweg tussen de dorpen Gilze en Rijen werd plotseling doorsneden door het grotere vliegveld; er zat niks anders op dan een grote omweg maken naar het andere dorp. En een belangrijk gevolg waarover ik hierboven al schreef: de regio heeft ontzettend veel geleden van bombardementen die bedoeld waren voor het vliegveld.

Ik zie een Nederlands boek uit 1939, waarin wordt gewaarschuwd voor de Duitse lucht-infanterie. Papierwerk uit de oorlog. Foto’s van diverse crashes in de regio. Een kaart van het vliegveld in oorlogstijd: ontzettend veel groter dan de huidige omvang. De maquette vind ik natuurlijk prachtig; duidelijk wordt onder meer hoeveel de Duitsers hebben gebouwd. Ook het gebouw waar we ons nu in bevinden, is gerealiseerd in de oorlogsjaren. Er zijn informatiepanelen over de Duitse nachtjagers. Er is een schaalmodel van de Bismarck, het beroemde Duitse slagschip. En er zijn natuurlijk de verhalen van Tinus. Over de revolutionaire stuiterbom waarmee stuwdammen werden aangevallen, over een nieuwe manier om mijnen onklaar te maken vanuit de lucht, over bombardementen in de regio, het schijnvliegveld en het militaire kamp Prinsenbosch (voor beide, zie hierboven) en over de crash van de Lancaster van de Canadese piloot Lewis Burpee, hier op het vliegveld. Hij kwam om samen met zes andere bemanningsleden, Britten en Canadezen. Na de rondleiding zie ik het monument op de vliegbasis. Het werd in 2018 onthuld in aanwezigheid van Lewis Burpee Jr., die geboren werd vlak na de dood van zijn vader. Boven op het monument staat een krukas met zeven zuigers van een Rolls Royce Merlin-motor. Elke zuiger vertegenwoordigt een bemanningslid. De ceremonie was indrukwekkend, vertelt Tinus. Er vloog een Britse bommenwerper over en het geluid bezorgde iedereen koude rillingen. De zoon van de omgekomen piloot bezocht die avond nog het graf van zijn vader, op de militaire begraafplaats in Bergen op Zoom. Hij nam de as van zijn moeder mee; ze was weken voor de ceremonie overleden. Ik bezocht het graf een week na deze fietstocht, zie deze blog.

In andere ruimtes op de beneden- en bovenverdieping komt er informatie tot mij over het vliegveld na de oorlog – ik zie onder meer de laarzen die Prins Bernhard vergat in 1953, na een bezoek aan het vliegveld in de nasleep van de Watersnoodramp. En zo komen we langzaam bij onze eigen tijd. Joegoslavië, Kosovo, Irak, Afghanistan, Mali. Apache’s, Cougars, Chinooks en andere helikopters. Er is een clusterbom, het gevaarlijke ding dat wereldwijd verboden zou moeten worden. Overleden militairen worden geëerd en er wordt getoond wat er zoal nog meer wordt gedaan met de helikopters: denk aan het blussen van enorme bosbranden, zoals eerder dit jaar in Deurne. Leuk detail: de metalen Messerschmitt op Schijnvliegveld De Kiek, waarover ik hierboven schreef, is vorig jaar ook door een helikopter van Defensie op de juiste plek neergezet.

Verhalen, verhalen, verhalen. Tinus’ collega Ton van den Hoof had gelijk, mijn gids kan uren vertellen over de vliegbasis, tegenwoordig dé Nederlandse helikopterbasis van de luchtmacht. Als ik na twee uur buiten mijn fiets pak is het een paar graden warmer geworden en een combinatie van factoren maakt dat ik nu veel behoefte heb aan wat ik in mijn ooghoek zag toen ik bij de slagboom stond te wachten. Een café. Een koud biertje.

De oorlog is altijd dichtbij, natuurlijk. Bij Café-Eeterij ’t Vermaeck staat een luisterpaal van Liberation Route Europe. Het gaat over de vliegbasis in oorlogstijd, maar gek genoeg heb ik het idee dat ik inmiddels meer weet dan wat deze zuil me kan vertellen.

Veel dank, Ton van den Hoof en Tinus Konings van de Traditiekamer Vliegbasis Gilze-Rijen.

Rijen

Terug naar het westen over de provinciale weg. Ter hoogte van Molenschot buig ik af naar links, de Veenweg in. Nu ligt hier Golfbaan Toxandria, destijds was hier het westelijke uiteinde van de vliegbasis van de Duitsers. En dus kwamen er veel bunkers in deze omgeving, waarvan de restanten nu nog in de bossen liggen. Een paar aan de Molenschotsebaan, maar ik ben onder de indruk van de Broodbaan. Dit is een bospad met ongeveer twaalf bunkers. In een aantal bunkers zijn de kogelinslagen goed zichtbaar. Het gaat hier om betonnen munitiebunkers, onderdeel van een complete stelling van militaire bewakings- en verdedigingsobjecten. Deze kleine bunkers waren dus vooral opslagruimtes, waarvan de voorruimte geschikt was om als dekkings- en geschutsplek te gebruiken. Een heideveld begint mooi paars te kleuren, zoals gebruikelijk in augustus. Wat een mooie omgeving.

Door de bossen is het maar een klein stukje naar Rijen. Ik kom het dorp binnen bij knooppunt 42. Links van me militair oefenterrein De Vijf Eiken, dan de spoorwegovergang, dan eetcafé De Vijf Eiken. Ook in Rijen heb ik weer veel aan de informatie van Heemkundekring Molenheide. Hier, bij de overweg, ontplofte op 30 juli 1943 een munitietrein met vliegtuigbommen, waarschijnlijk als gevolg van sabotage. Er vielen meerdere gewonden en een toevallige voorbijganger, Nol Heerkens, kwam om het leven. Tot ver in de omtrek richtte de explosie veel schade aan. Café-boerderij De Vijf Eiken en verschillende andere woningen bleken verwoest te zijn of onbewoonbaar. Ik zie een oude foto: ook hier weer knap hoe ze het pand hersteld hebben.

Ik fiets Rijen in over de Nassaulaan, maak even een foto bij het Raadhuisplein en fiets door naar de Maria Magdalenakerk aan de Hoofdstraat. De Duitsers haalden hier begin 1943 vier klokken uit de toren. Van het brons kon onder meer kanonnen, granaathulzen en munitie worden gemaakt. Alle klokken werden echter niet gesmolten; ze werden elders in Duitsland opgehangen. Wilde de parochie na de oorlog de klokken terugkrijgen, dan moesten ze dit zelf organiseren, op eigen kosten. Een schande, natuurlijk. Alleen de Angelusklok uit 1616 kwam ten slotte terug naar Rijen.

Een wonder: er waren geen zware bombardementen in Rijen. Ook de Maria Magdalenakerk bleef ongedeerd, in tegenstelling tot de kerken van Gilze en Hulten (waar ik zo kom). Uit dankbaarheid werd er aan de Hoofdstraat een dankkapel gebouwd, ingezegend in 1950. Er zijn twee gedenkstenen hier: vijf Rijense militairen worden herdacht die in de Tweede Wereldoorlog of tijdens de strijd in het voormalige Nederlands-Indië zijn gesneuveld.

Met een kleine omweg kom ik uiteindelijk terecht bij het NS-station Gilze-Rijen. Als Brabander die in Rotterdam studeerde, heb ik dit station honderden keren gepasseerd – dit is de eerste keer dat ik het gebouw van de buitenkant zie. Nou ja, niet echt. Het is omringd door steigers en ingepakt in een groen doek. Ik maak wel een foto van het perron: ik heb een hekel aan foto’s van gebouwen tijdens een renovatie. Zaterdagavond 30 mei 1942. Om 23.20 uur explodeerden hier drie wagons van een munitietrein, die juist op het station in Rijen was binnengelopen. Twee van deze wagons waren beladen met vliegtuigbommen, de andere met boordmunitie. De aangerichte schade was enorm: delen van de trein waren over een groot oppervlak weggeslingerd, acht woonhuizen waren vernield of zwaar beschadigd, 25 personen raakten licht gewond. Het spoorwegverkeer was voor lange tijd onmogelijk.

Ik mag nog naar drie plekken in de smalle strook tussen het spoor en de provinciale weg, waarna ik weer terug ben bij de vliegbasis. In de bossen die hier in 1941 nog waren, bouwden de Duitsers een woonwijk die bekend kwam te staan als de Siedlung. In totaal kwamen er elf woningen. Ze werden versterkt en werden daarom ook wel eens als bunkers of bunkerwoningen omschreven. Ze leken bedoeld voor Duitse officieren, maar er zijn ook bronnen die vermeldden dat ze voor Duits burgerpersoneel van het vliegveld waren. Ik fotografeer het enige huis dat er nog staat; het lag aan de Kampstraat, het adres is nu Atalanta 76. Alle andere zijn afgebroken; er kwamen prachtige woningen voor in de plaats.

Door naar de Julianastraat, vlakbij het café waar ik een uur eerder een biertje dronk. Honderdvijf Engelse Lancaster-bommenwerpers vielen op 3 september 1944 het vliegveld aan. Bij deze actie kwamen ook bommen op het fabriekscomplex van de N.V. Lederfabriek Noord-Brabant terecht. De machteloze brandweer kon alleen maar toezien dat het fabriekscomplex grotendeels uitbrandde. Het pand werd herbouwd en kreeg door de jaren heen diverse functies. In 2009 werd het gesloopt en er werd een appartementencomplex neergezet dat op de oude fabriek lijkt. Het enige dat is blijven staan: de lange schoorsteen, een gemeentelijk monument, gekoesterd door inwoners van Rijen.

Rond 1920 werd op de hoek van de Julianastraat (destijds Rijensche Kerkstraat) en de Oude Rijksweg een marechausseekazerne gebouwd. Nu is er alleen nog maar een gazon: de Marechausseekazerne ging door toedoen van terugtrekkende bezetters in vlammen op, in de nacht van 4 op 5 september 1944. Het is nooit meer herbouwd. Meer gebouwen in het dorp gingen die chaotische dagen in de hens; al met al een geweldige materiële schade in Rijen.

Dit was Rijen. Op naar Hulten, het laatste dorpje van de gemeente Gilze-Rijen. De eindstreep nadert en dat is fijn, ik zit al op 65 kilometer vandaag en in combinatie met de rondleiding op de vliegbasis is het al een behoorlijke inspanning geweest.

Hulten

Zondag 3 september 1944. In de hele omgeving waren de eerste symptomen van de aftocht van de Duitsers te zien. Enkele vrachtauto’s, volgepakt met koffers en fietsen en daartussen manschappen, kwamen rond het middaguur vanuit Kamp Prinsenbosch door Gilze. Rond 17.00 uur kwamen Lancasters en Halifaxes aangevlogen. Al snel regende het zware bommen, een aanval die een kwartier duurde. Een aantal bommen kwam neer op de provinciale weg en aan de overkant daarvan. In het kleine dorp Hulten verwoestten voltreffers de Gerardus-Majellakerk helemaal en de school daarnaast voor het grootste deel. Ook diverse huizen, de pastorie en het kerkhof raken zwaar beschadigd. Gelukkig hadden de bewoners van Hulten hun gevaarlijke dorp al eerder dat jaar verlaten: er waren geen slachtoffers.

Ik fotografeer de begraafplaats aan de Gerardus Majellastraat en de nieuwe kerk van Hulten, die in 1951 in gebruik werd genomen. Vervolgens fiets ik naar de overkant van de provinciale weg. Er is hier een stuk bos dat ik erg interessant vind, genaamd Het Blok. Nu is het bos vrij toegankelijk, maar tijdens de oorlog hoorde het bij het vliegveld. Vlak na de uitbraak van de oorlog bouwden de bezetters tien hangars aan de zuidkant van Het Blok. Ze stonden op een rij van oost naar west. Er liep een rolbaan waar ze allemaal aansluiting op hadden, die weer rechtstreeks aansluiting had op de kop van de oost–west startbaan. Eén hangar werd getroffen bij een bombardement, de anderen hebben de oorlog doorstaan en werden door de Duitsers zelf opgeblazen vlak voor hun vertrek uit de regio, najaar 1944. Her en der stonden er ook opslagplaatsen voor munitie. Van verschillende opslagplaatsen zijn nog restanten zichtbaar. Ook is er nog een overblijfsel van een schuilkelder voor manschappen te vinden. Ik fiets wat paden in maar krijg helaas niets gevonden; de tijd is ook te krap, ik moet door. Ik beloof dat ik hier snel terugkom voor mooie foto’s; neem ik mijn zoontje mee, maken we er een avontuur van (inmiddels gedaan, lees hier).

De honderdvijftig gevangenen van Kamp Vught die op de vliegbasis moesten werken, waar ik eerder over schreef bij het verhaal van Maria Ligtvoet-Maas (Molenschot), werden in barakken ondergebracht die ook in dit bos gebouwd werden. In Duitse ogen waren het de minst zwaar gestraften van het kamp. Hun taak kwam meestal neer op herstelwerk na de vele luchtaanvallen die er toen waren. Niet zonder gevaar, maar de gevangenen vonden het hier aangenamer dan in Vught.

Ik fiets langs de voormalige seksclub Badda Bing, naast Het Blok. Ik ken de plek van een boek dat ik vorig jaar las over Brabantse drugscriminaliteit; er komt nu een speelparadijs voor kinderen. Ik steek de provinciale weg weer over en ben dan weer aan de kant van Rijen en Hulten. Hier is restaurant Stad Parijs. De geschiedenis gaat terug naar de tijd van Lodewijk Napoleon: aan het einde van de achttiende eeuw legde hij een zandweg aan tussen Tilburg en Breda, nu de provinciale weg. Hij lag hier met zijn manschappen ingekwartierd en er kwam een herberg: Stad Parijs. Later kwamen voermannen hier een borreltje drinken terwijl de paarden van water en haver werden voorzien. In de Tweede Wereldoorlog werd het restaurant verwoest door de Polen, omdat zij dachten dat er Duitsers in verscholen zaten. Hierna heeft er een noodgebouw pal aan de weg gestaan. Sinds 1953 is het restaurant in het huidige pand gevestigd. Vlakbij een kleine versie van de Eiffeltoren staat een luisterzuil. Ik luister naar het verhaal van Frans van Eijck uit Hulten; hij vluchtte naar Engeland, werd ingelijfd bij de Koninklijke Brigade Prinses Irene en was in september 1944 betrokken bij Operatie Market Garden. Na de bevrijding van Tilburg was Frans weer dichtbij huis: op 28 oktober 1944 was hij als bevrijder terug in Hulten.

Nog één drama. Het is 10 augustus 1943. Amerikaanse vliegtuigen wierpen bommen af, bedoeld voor het Duitse vliegveld. Ze kwamen hier op akkerland terecht, in een gebied dat Het Broek heet, niet ver van restaurant Stad Parijs. Talloze huizen vlogen in brand. In totaal kwamen 23 Nederlanders, 31 Amerikanen, een Engelsman en drie Duitsers om het leven. Er vielen veel gewonden, ze verbleven in ziekenhuizen in Tilburg en Breda. De grond is nog steeds onbebouwd, er is een informatiebordje bij geplaatst over de tragedie. De zussen Ad en Nel Anssems waren gewond. Zeventig jaar na de catastrofe werden ze geïnterviewd; de gesprekken zijn hier te lezen.

Ik mag nog zeven kilometer. Sporen van de oorlog zijn er niet meer. Ik fiets terug naar Riel.

De route naar Riel gaat weer door het groen. Ik fiets onder de A58 door en zie vlakbij het hoofdkantoor van Kwantum, waar ik ooit nog eens anderhalf jaar werkte op de afdeling e-commerce. Dit is de stad Tilburg, waar ik nog terugkom voor een andere fietsroute. Nu is het vizier gericht op Riel: na meer dan acht uur is het voor vandaag genoeg geweest.

77 kilometer brengt het totaal nu op 780 kilometer. Het was een prachtige dag.

Comments

  1. Zeer interessant om dit te zien. Ikzelf kom uit Gilze en woon sinds 1972 in Rijen. Ik fiets veel door Brabant en ben niet echt op zoek naar iets maar kom steeds meer monumenten tegen van WO II, je gaat je daar dan toch een beetje in verdiepen. Intussen heb ik een boek in mijn bezit gekregen: Brabant bevrijd van Jack Didden en Maarten Swarts (van Geyt productions) ISBN 90-5327-064-7 pbk
    ISBN 90-5327-088-4 geb. Als je dan aan het lezen bent herken je de gebieden waar over wordt verhaald.
    Van mijn fietstochten maak ik korte video’s en plaats die op mijn You tube kanaal. Leuk om via Facebook jou verhalen te vinden.

    • Perry Vermeulen zegt

      Dat boek van Didden en Swarts is erg goed!! Ik haal er veel inspiratie uit, verhalen die erin verteld worden horen bij locaties ik die een voor een allemaal bezoek.
      Ik ga eens zoeken naar je Youtube-filmpjes! 🙂
      Dankjewel voor je reactie!

  2. Yvonne Geerts-Hoogendorp zegt

    Bijzonder om ons eigen huis te zien en de geschiedenis ervan (Ridderstraat 60). Mijn schoonmoeder was één van de twaalf kinderen die hier toen woonden en haar twee zussen raakten gewond.

    Groet,

    Yvonne Geerts-Hoogendorp

    • Perry Vermeulen zegt

      Bijzonder!! Met een krater zo’n 50 meter achter het huis, las ik, maar volgens mij zijn daar nu inmiddels andere woningen. Ik las het inderdaad op de site van de Heemkring: twee zussen die gewond raakten. Gelukkig is er niemand overleden, maar wat zal het schrikken zijn geweest indertijd. Opmerkelijk hoeveel Gilze is getroffen als je vergelijkt met Rijen.
      Leuk, je reactie!

  3. Ilona van Meer zegt

    Wat een mooi verslag van deze mooie omgeving! Erg leuk om te lezen.
    1 kleine opmerking. foto 5 richting het Schijnvliegveld is niet het Belslijntje maar de Oude Tilburgsebaan.

    • Perry Vermeulen zegt

      Dank voor je reactie, de vierde foto denk ik dat je bedoelt, toch? De foto naast de kerk. Zo ja, dan pas ik dit aan. Wat gek; dacht echt dat dit het Bels lijntje was richting schijnvliegveld… THX voor je reactie!

  4. Tinus Konings zegt

    Bedankt voor het mooie en uitgebreide verhaal, zeer gedetailleerd en goed voorbereid. Zelf heb ik genoten van uw bezoek aan onze Traditiekamer, uw stuk over uw bezoek aan onze vliegbasis Gilze-Rijen beschouw ik als een enorme reclame voor ons werk. Als u in de toekomst terugkomt met uw zoontje, zoals u aangeeft in het gedeelte over Hulten, nodig ik u uit ook weer de Traditiekamer te bezoeken. Voor kinderen hebben wij altijd een envelop met “goodies” klaarstaan!

Trackbacks

  1. […] bij de crash op Vliegbasis Gilze-Rijen; ik had een week eerder alles over die crash geleerd, zie deze blog. Gek: er is geen Lewis Burpee onder de gesneuvelden die hier zijn begraven. Ik kijk wat rond en […]

  2. […] bouwwerken in de stad, onder meer voor de huisvesting van militairen die gingen werken op het vliegveld bij Gilze en Rijen. De stad had vervolgens nogal wat te verduren tijdens de oorlogsjaren. Zo’n 225 Bredase Joden […]

  3. […] schil ter camouflage en zo kwam het geheel eruit te zien als een boerderij; ik ontdekte al eerder deze zomer hoe goed de Duitsers waren met het camoufleren van objecten. De bunker werd in december 1943 in […]

  4. […] 14 augustus 2020 schreef ik het volgende in mijn blog over sporen van de Tweede Wereldoorlog in de omgeving van Gilze en Rijen. Het ging over een stuk […]

Speak Your Mind

*