Route 12 – Oorlog in Eersel, Bergeijk, Borkel, Lommel (B) en Luyksgestel

Route 12 – Oorlog in Eersel, Bergeijk, Borkel, Lommel (B) en Luyksgestel
Zondag 9 augustus 2020
Afgelegd: 60 kilometer
Totaal: 703 van 1000 kilometer
Eerdere blogs van dit project op een rijtje: klik hier

Opnieuw vroeg uit de veren; hoe eerder op de dag, hoe koeler. We zitten midden in een enorme hittegolf. Vandaag weer een Liberation Route Brabant van Brabant Remembers, hier en daar veranderde ik de route enigszins. Ik parkeer de auto in Eersel en zal vandaag een ronde van ongeveer vijftig kilometer maken; door wat extra lusjes zijn het er uiteindelijk zestig geworden. Ik kom weinig in deze regio maar ben verrast: ook hier weer leuke dorpskernen en een mooi buitengebied. Toen ik bijna klaar was kreeg ik nog het kersje op de taart, bosgebied De Kempen. Elke kilometer tussen Luyksgestel en Eersel was een feestje. Vandaag heb ik ook een kilometer of acht op Belgisch grondgebied gefietst; vanaf vandaag kunnen we dus spreken over een internationaal project!

Na het fietsen reed ik vandaag nog even naar de grootste Duitse militaire begraafplaats buiten Duitsland, een kilometer of vijf buiten het Belgische Lommel. Dat was vanaf de landsgrens nog een kwartier rijden; ik vond het niet nodig om dit forse stuk bij de fietsroute te betrekken. Er liggen hier meer dan 38.000 soldaten; foto’s helemaal onderin.

Een neergestorte bommenwerper, een biertje op de bevrijding, een laffe dubbele moord op diezelfde dag en het trieste verhaal van twee broers die uiteindelijk sneuvelen in Vught; broer drie heeft er de rest van zijn leven last van gehad. Deze verhalen en meer in een nieuwe blog: dit was route 12!

Eersel

Ik rijd Eersel binnen en op de rotonde zie bij de welkomstboodschap het silhouet van een soldaat, of verbeeld ik me dat maar? Zouden de nare oorlogsjaren ook hier op zo’n grote schaal herdacht worden, net als ik dat eerder aantrof in vooral Son en Breugel? De persoon leunt wat voorover en ik zie als ik beter kijk ook een sik; later blijkt dat we hier waarschijnlijk van doen hebben met de man die op de Markt ook met een beeld wordt vereerd: de contente mens.

Ik parkeer de auto op de Eikenburg. Hier start ik bij het beeld van St. Joseph, geschonken door de onderduikers die in de Tweede Wereldoorlog ondergedoken zaten in het Sint-Jacobusklooster. De soldatenhelm op het hoofd van Sint-Joseph is een symbool voor de bescherming die het klooster bood aan oorlogsvluchtelingen. In de jaren tachtig is het klooster gesloopt voor het nieuwe gemeentehuis, hier heel dichtbij. Het beeld werd toen op de Eikenburg geplaatst, op een veldje voor een ontspanningscentrum voor ouderen.

Ik hou me nog even niet aan de route; eerst maar eens de diverse plekken in Eersel afgaan. In het Wethouder Poeliejoepark fotograaf ik het monument Vredesduif, een bronzen duif op een rots. De duif symboliseert natuurlijk de vrede. Het werd hier onthuld op 15 september 2001; een nieuw vredesmonument terwijl de wereld vier dagen eerder in brand werd gezet. Het zal er vast over gegaan zijn bij de toespraak. Het monument is opgericht ter nagedachtenis aan zeven omgekomen medeburgers. Hun namen staan op het voetstuk: Janus Hoeks, Jan Hoeks, Jozeph Schulte, Jan Smulders, Harrie Soetens, Jac Blox en Jac Swalen. Over de eerste twee zo meer; de laatste twee waren militairen die omkwamen in Nederlands-Indië, in 1949.

Op naar de Markt, waar ik voorbij de muziekkiosk aankom bij de Kapel van Onze Lieve Vrouw van de Kempen. Helaas, ik kan niet naar binnen. Op de gebrandschilderde ramen verschillende beelden van regionale gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog. Eersel heeft een tweede kapelletje, in oorlogstijd gebouwd door studenten. Het witte gebouwtje staat op de hoek van de Dijk en de Kapelweg en hier kan ik wel naar binnen. Er zijn twee gevelstenen: eentje voor de gebroeders Hoeks en eentje voor Jac Blox, de mannen werden ook al geëerd bij de Vredesduif en op 75 meter van het kapelletje start de Gebroeders Hoeksstraat.

Op het kerkhof van Eerstel worden hun namen vrij dicht bij de ingang genoemd op een witte steen, ik hoef er niet lang naar te zoeken. Adrianus en Petrus Hoeks: ze staan vermeldt op de grafsteen van hun broer Hendrikus. Nog even geduld, het verhaal volgt zo.

Bij knooppunt 65 verlaat ik de kern. In het buitengebied van Eersel heb ik twee locaties die ik wil bezoeken. In het buurtschap Walik is sinds vorig jaar een monument te vinden op de hoek van de Schaiksedijk en de Heuvelweg. Kort na D-Day stortte hier op 22 juni 1944, om één uur ’s nachts, een Engelse AVRO Lancaster III brandend neer in de Walikerhei. Het vliegtuig was getroffen door een Duitse nachtjager. Drie Australiërs en vier Britten kwamen om het leven: de groepsfoto staat op het informatiebord bij het monument. Vier van de lichamen werden bij de krater gevonden, de andere drie werden gevonden bij het riviertje de Run, meer richting Eersel. Zij hadden zich nog met hun parachute willen redden. Op 22 juni 2019 werd dit monument onthuld, precies 75 jaar na de crash. Er werd een happening van gemaakt: er waren huifkarren en opgeknapte legervoertuigen en een harmoniekorps zorgde voor de muzikale omlijsting. Eén ooggetuige was erbij, net als een Australisch familielid. Ik lees dat omwonenden er snel bij waren: onderdelen van het vliegtuig konden worden hergebruikt, net zoals bijvoorbeeld het stof van de parachutes. Dit doorzoeken van een crashlocatie was strikt verboden.

En dan naar de Hertheuvelsehoef 6, een afgelegen boerderij aan een onverharde weg tussen de dorpen Eersel en Bergeijk. Hier woonden ze, de drie ongetrouwde broers Hoeks, Janus (60), Jan (58) en Driek Hoeks (54). Ik heb hun namen nu al een paar keer genoemd. Hun boerderij was in eigendom van de abdij van Postel, de broers maakten zich verdienstelijk met de nodige arbeid. De oorlogsjaren gingen rustig aan ze voorbij; er was eten genoeg en de Duitsers lieten zich hier niet zien. Op een avond in het voorjaar van 1944 krijgen ze bezoek van een pater van de abdij. Hij komt een schuilplaats vragen voor zijn broer en voor een broer van een andere pater. De broers aarzelen, maar gaan akkoord. Ondanks het risico vonden ze dat de jongemannen geholpen moeten worden. Ze krijgen hun schuilplaats in de stal. En dan gaat het maanden goed; de verloofde van één van hen komt zelfs op bezoek. En dat laatste hadden de broers beter niet moeten laten gebeuren. Op 6 juli 1944, D-Day overigens, wordt ze in Nijmegen gearresteerd door de Sicherheitsdienst. Haar vader ging snel naar Eersel en waarschuwde de broers. De onderduikers gingen op de vlucht, de broers bleven en de volgende dag stonden er al zes gewapende Duitsers voor de deur. Ze blijven ontkennen, ook na mishandelingen. Janus en Jan mogen mee naar de marechausseekazerne, waar het martelen doorgaat. Beide broers worden uiteindelijk naar Kamp Vught gebracht, waar ze op 11 augustus 1944 op de fusilladeplaats (ik schreef er laatst over) worden geëxecuteerd. Broer drie, Driek, is een gebroken man. In 1970 overleed hij op, 80-jarige leeftijd. Zijn graf heb ik zojuist bezocht. Tot aan zijn dood droeg hij een foto van zijn oudere broers dag en nacht bij zich. Ik vind het een vreselijk treurig verhaal. Een half jaar voor de bevrijding besluiten ze onderduikers te nemen, een maand voor de Britten de grens (hier heel dichtbij) oversteken, worden ze vermoord.

Bergeijk

Vanaf hier houd ik me aan de officiële fietsroute. Het is maar een kilometer of drie naar het centrum van Bergeijk en ik moet bij de kerk zijn voor het volgende verhaal. Bij de Sint Petrus’ Bandenkerk, ook wel Hofkerk, staat helaas geen zuil met een verwijzing naar onderstaand verhaal, hoewel het wel op de fietskaart staat. Verbeterpuntje – of ik moet echt naar een opticien. Ik kende de ervaring van een tienjarige dorpsgenoot al uit het boek dat ik heb van Brabant Remembers: Brug naar Vrijheid.

Naast de kerk in Bergeijk woonde tijdens de oorlog de familie Biemans met zeven kinderen. Net als bij de gebroeders Hoeks ging het leven hier z’n gangetje. Er was genoeg eten, er werd gespeeld, de kinderen vonden de oorlog een spannend avontuur. Vader Johan senior werkt als tuinman bij de paters, waar hij ook de verwarming onderhoudt die achter de kerk te vinden is, bij het kerkhof. Iedere avond zorgt hij dat de verwarming in de ovenruimte van de kerk brandt. Hij neemt dan de was van moeder mee, om in die ruimte te drogen. Iedere morgen, nog voor zonsopgang, haalt vader de droge was weer op. De oudste zoon Johan (10) is oplettend. Als hij een keer ’s avonds meeloopt met zijn vader, ziet hij een paar grote drollen liggen in de verwarmingsruimte. Ze zijn van de hond, zegt zijn vader, maar Johan is niet gek. Hij kent alle dorpsgenoten, hij kent alle honden. Hier woont geen hond. Hij weet dat er iets aan de hand is, maar kent veel later pas de waarheid. Er waren onderduikers. En vader bleek het na de oorlog nog steeds een stel domoren te vinden. Ze hadden die drollen makkelijk kunnen verbergen. Johan Biemans, de opmerkzame tiener, leeft nog steeds (dit is zijn website). Hij heeft zich altijd veel beziggehouden met de Tweede Wereldoorlog.

Ik liep een rondje om de kerk, bezocht het kerkhof. Ik wist dat de kolenruimte in 1975 is gesloopt; een foto ervan kwam via Biemans onlangs online. Ik maak een foto, maar de laaghangende zon maakt het me moeilijk. Op het kerkhof is ook nog een oorlogsmonument. Alle gesneuvelden worden genoemd en het zijn er nogal wat. Bovenaan prijkt de naam van Marcel Charles Octave Marie Robert Magnée, lid van de vijfde generatie van een rijke Belgische familie, kasteelbewoners. Hij was dertig jaar toen hij in 1941 geïnstalleerd werd als burgemeester van Bergeijk en Luyksgestel. In Bergeijk kreeg Magnée in 1942 zijn eerste aanvaring met de Duitse autoriteiten omdat hij ze tegenwerkte. Toen de staf op het gemeentehuis werd versterkt met twee personen, een NSB’er en een SS’er, liet hij zijn weerzin tegen deze mensen duidelijk blijken. Later weigerde hij wensen van de Duitsers te honoreren; vrijwilligers aanwijzen voor de Arbeitseinsatz ging hem wat te ver. Op 8 juli 1944 werd hij uit zijn ambt gezet, met andere burgemeesters die niet wilden luisteren werd hij naar Vught gebracht. Op 8 december 1944 werd Magnée vermoord in concentratiekamp Neuengamme. Helden, de burgemeesters die weerstand durfden te bieden. Ik had het er eerder over in mijn blogs, waar het ging over de burgemeesters van BakelAstenSomeren, Erp en Geldrop. Ze verdienen allemaal een standbeeld op het dorpsplein.

En na dit korte bezoek aan Bergeijk toog ik weer verder. Via knooppunten 85 en 5 was mijn volgende bestemming de kleine plaats Westerhoven.

Westerhoven

Er is kennelijk weinig noemenswaardigs in Westerhoven te vinden gerelateerd aan de Tweede Wereldoorlog: geen point of interest op de kaart, ik zag vooraf ook niets op de website Traces of War, Google helpt me niet verder. Oppassen met conclusies trekken; ik hoor het graag als ik een keer terug moet. Ik fotografeer een aantal koeien in de mooie omgeving en leg ook de kerktoren vast. Half elf op de klok; steeds meer fietsende recreanten, ondanks de drukkende hitte.

’s Avonds lees ik dit verhaal over een vliegtuigcrash in juni 1944. Zes geallieerden kwamen erbij om het leven.

Een dag later toegevoegd deze zinnen. Er zijn wel degelijk sporen van de oorlog te vinden in Westerhoven, stelt lezer Andre van Mierlo. Lees zijn reactie onder deze blog. Geweldig Andre, dat je de moeite neemt. Ik ga nog eens op pad!

Een toost op de bevrijding en een begraafplaats

Ik bezoek twee plekken nabij een rotonde tussen Westerhoven en Borkel. Ik ben nu formeel in Valkenswaard, maar die plaats bezoek ik later nog een keer bij een andere fietstocht. Ik noem Valkenswaard dus bewust nog niet in de titel van deze blog of zelfs in het kopje bij deze alinea’s. Ik ben nu op de N69 bij natuurgebied De Malpie, het centrum van Valkenswaard ligt zes kilometer noordelijker.

Tweehonderd meter van de rotonde een plek waarvan ik direct weet: hier wil ik ook nog wel een keer met mijn gezin naartoe. Een café met een gezellig terras en genoeg speelmogelijkheden voor de kinderen. Het is een pannenkoekenhuis, blijkt als ik ’s avonds zoek op internet: De Familie Suykerbuyck. En op hun website zeggen ze niets over de interessante geschiedenis van hun pand. Zonde. Mooi verhaal: een toost op de bevrijding. De Britten stuurden op 11 september 1944 vanuit België verkenningstroepen vooruit om te zien of de brug over de Dommel bij Valkenswaard nog intact was. Zouden er tanks overheen kunnen? De vier verkenners reden op volle snelheid langs de Duitse troepen, die zo verbluft waren dat ze geen tijd hadden om te reageren. Bij dit mooie pand, dat toen café Rustoord heette, stonden de Britten stil. Vervolgens waagde alleen Korporaal Jack Brook zich nog wat verder, om de brug te kunnen zien. Hij zag dat de brug sterk genoeg was en reed terug naar dit café. Na een lekker biertje in het café, aangeboden door de dochter van de uitbater, keerden de verkenners zo snel als ze gekomen waren terug naar België. De informatie over de brug was van groot belang bij de voorbereiding van Market Garden. Bevelhebber Brian Horrocks noemde deze verkenningstocht later de meest gewaagde van de Tweede Wereldoorlog. Ik zou het pannenkoekenhuis willen overnemen en de plek gelijk hernoemen naar Jack Brook. De man heeft na de oorlog overigens nog diverse keren deze regio bezocht; hij overleed in 2001.

Kort na het spoedbezoek aan Nederland ging het mis in het gebied. Rond vier uur beschoten de Duitse troepen enkele inwoners van Valkenswaard en daarbij vielen slachtoffers. Daarover zo meer: het verhaal van Jan Maas.

Bij het pannenkoekenhuis een luisterzuil over de gewaagde actie van de Britten. Er staat ook een tafel met een metalen boek, opengeslagen op twee pagina’s met gedichten over dodenherdenking. En er is een granieten monument uit 1994, opgericht voor de bevrijders en een herinnering aan hun eerste contact met de bevolking van Valkenswaard.

Zo’n 350 meter verderop is de Valkenswaard War Cemetery. Ik heb de afgelopen weken veel Britse erevelden gezien, maar deze ligt er wel heel mooi bij, in dit dennenbos. Op de begraafplaats liggen ruim 220 doden uit de Tweede Wereldoorlog begraven. Vrijwel allemaal sneuvelden ze bij gevechten rond Valkenswaard. Ik lees wat data op de stenen, ik zie onder meer 11 september 1944. Op die dag stonden ze hier in de buurt al te toosten op de bevrijding… Bij de steen van soldaat Hargreaves ligt een ansichtkaart, gestoken in een doorzichtig hoesje. We zijn inmiddels meer dan 75 jaar verder, maar de helden van toen worden gelukkig niet vergeten.

Meer over Valkenswaard in een latere blog.

Borkel

Door naar Borkel, dat ik gek genoeg alleen kende van de samenvoeging Borkel en Schaft, terwijl die gemeente al tientallen jaren niet meer bestaat. Borkel, zo’n zeshonderd inwoners, hoort nu bij Valkenswaard. Ik fotografeer de molen, het pand ernaast staat te koop maar ik zou eerst even binnen gaan kijken.

Ook hier beleefde men een relatief rustige oorlog, ik kan online alleen een vliegtuigcrash vinden, in juni 1941. Toch is er ook een verhaal te vertellen over een inwoner die de bevrijding niet meemaakte. Ik fiets zo naar de grens met België, bij Lommel. Deze grensovergang staat bekend als de Bergeijkse Barrière. De geallieerden waren in de buurt: na Parijs, Brussel en Antwerpen was nu Nederland aan de beurt. En op 11 september 1944 verspreidde het nieuws zich als een lopend vuurtje door de omgeving: de Britten staan bij de Bergeijkse Barrière! De postbode van Borkel vertelt het iedereen bij zijn ronde. Jan Maas (54) hinkt op twee gedachten. Natuurlijk is hij opgewonden, maar hij moet het eerst nog maar eens zien. Voorlopig heeft hij nog geen Brit gezien. Hij laat het nieuws bezinken en dan komt er een groep dorpelingen aan de deur. Zelfs pastoor Goyarts, de dag ervoor geïnstalleerd, is erbij. En Jan laat zich overreden. De groep gaat richting de grensovergang. Dit willen ze meemaken. Hij neemt afscheid van een zoon die thuis is en zegt: “Ik ben zo weer terug.”

Jan is nooit meer levend teruggezien. Hoe het afliep, lees je hieronder.

Bij de grensovergang: de Bergeijkse Barrière

Ik fiets vier kilometer en kom door de buurtschappen Voorste Brug en Achterste Brug. Bij knooppunt 27 ga ik rechtdoor, anders dan de fietstroute voorschrijft. Rechtdoor is de grensovergang en ik wil natuurlijk wel even een stukje België meepakken. Ik fiets nu langs de Luikerweg, de N69.

Even na het knooppunt heeft Natuurmonumenten twee werkschuren. Ik fotografeer de plek omdat hier destijds de boerderij stond van de familie Dijkmans. En hier gaat het verhaal van Jan Maas verder, zie alinea bij het dorp Borkel.

Op de fiets ging de groep uit Borkel richting de grens, zoals ik dat net ook heb gedaan. Op een paar honderd meter van de grens zien ze een Engelse verkennerseenheid. Samen roken ze sigaretten en pastoor Goyarts maakt foto’s. Op een daarvan een pantserwagen, twee soldaten
en enkele dorpelingen, onder wie Jan Maas. De foto hier: Jan staat keurig in pak, met de hoed op. Hij zou nog maar een half uur leven. Een deel van het gezelschap gaat daarna in uitgelaten stemming naar huis, een ander deel wil meer Engelsen zien. Zo ook Jan Maas. Ze fietsen verder en dan springen er ineens vier Duitsers uit de bossen. De Borkelnaren vluchten, vier worden er gepakt, onder wie Jan. De soldaten fouilleren hen en zetten hen bij de boerderij van Dijkmans tegen de muur; waar dus nu Natuurmonumenten zijn werkschuren heeft. Eén Duitser is kennelijk in een goede bui: dankzij hem kunnen de vier alsnog afdruipen. Ze lopen opgelucht weg, feliciteren elkaar met de goede afloop. Maar dan klinken er even later toch schoten. Christ Aerts heeft schotwonden, Toon Rijkers komt met de schrik vrij. Twee mensen sterven. Jan Maas is in zijn hoofd geraakt, hij is op slag dood. Ook Christ Tegenbosch komt om het leven. Op de negentiende werden ze begraven; de hele omgeving was toen al twee dagen bevrijd door de Britten.

Was de onnodige wreedheid van de vijand een gevolg van de voor hen zo vervelende verkenningstocht bij de Britten, waarover ik net schreef bij het hoofdstukje Een toost op de bevrijding? Een represaille? Het zou zomaar kunnen. Ik lees online dat de schutters zeer waarschijnlijk Nederlandse SS’ers waren. De twee mensen die het konden navertellen, hebben ze duidelijk Nederlands horen praten.

Verder richting grens. Ik zie de gietijzeren grenspaal al, geplaatst in 1843. Dit is dus de plek die hier de Bergeijkse Barrière wordt genoemd. Aan de overkant van de weg een monument en een luisterzuil. Ik hoor het verhaal over een hinderlaag in dit gebied: al vrij snel na het passeren van de grens reden de Britse tanks in een hinderlaag. Ook de Koninklijke Nederlandse Prinses Irene Brigade kwam hier deze week voor het eerst op Nederlands grondgebied. Men wilde snel optrekken en Arnhem zo snel mogelijk bereiken, maar hier wordt al direct kostbare tijd verloren. Er volgen felle gevechten met veel slachtoffers; een groot deel van de gesneuvelde Britten ligt op de begraafplaats die ik net bezocht, bij Valkenswaard. Ook het verhaal van de vier Borkelnaren krijgt aandacht op deze luisterplek.

En er is de Poort der Bevrijding: het mooie monument op de grens. De granieten gedenksteen herinnert mensen aan operatie Market Garden en de strijd die hier heeft plaatsgevonden. Ik lees: ‘Bergeijk Poort der Bevrijding. Op 11 september 1944 zette hier de eerste geallieerde verkenningseenheid – het Second Househould Cavalry Regiment – voet op Nederlandse grond. 17 september volgde de doorstoot in het kader van Market Garden. Van 20 op 21 september kwam de Koninklijke Nederlandse Prinses Irene Brigade langs deze poort terug in het vaderland. 1944 – 1994.’

Ik wist niet wat ik zou meemaken bij de grens, in deze vreemde corona-tijd. Ik had zelfs een mondkapje in mijn fietstasje gedaan. Maar ik fiets gewoon door en ben dan in België. Niks aan de hand.

Via België, Luyksgestel en Weebosch terug naar Eersel

Ik fiets de grens over. Bij Luikersteenweg 583, 700 meter van de grens, is de Mariakapel: gebouwd uit dankbaarheid voor de overlevenden en om de plaatsgenoten te herdenken die gestorven waren in de Tweede Wereldoorlog. Ik maak twee foto’s en weet: ik mag nog meer dan twintig kilometer fietsen zonder sporen van de Tweede Wereldoorlog. Ook in Luyksgestel, dorp met 3.000 inwoners, is niets dat herinnert aan de donkere jaren veertig. Althans: niet dat ik weet. Opnieuw: neem contact met me op als ik terug moet rijden naar jullie mooie regio.

Die twintig kilometer fietsen is geen straf. Het is het kersje op de taart. De rit was vermoeiend door de hitte, maar hier knap ik van op: de foto’s hieronder. In België het bosgebied Watering, met een leuk beekje (op de fietsroutekaart staat gek genoeg ‘Weteringen’). Ik volg knooppunten 225 en 226; als ik vervolgens naar knooppunt 25 fiets, ben ik weer in Nederland. Ook hier zo’n antieke grenspaal; afvoersloten verhinderen dat je erheen kunt lopen.

Ik ben dan al snel in Luyksgestel, waar ik foto’s maak van een muziekkiosk, het dorpsplein met de kerk en molen De Grenswachter uit 1891. Er is hier ook een bakkerijkmuseum. Aan de rand van het dorp fiets ik een rondje om de Heilige Kruiskapel uit 1727, ook weer zo prachtig. In de tuin een openluchtaltaar – een mis is hier nu fijner dan in Bergeijk, waar ik eerder deze ochtend wat zinnen opving uit een protestants kerkje waarvan de deur openstond ter verkoeling. Achter de kapel ook nog een begraafplaats, prachtig gelegen in de natuur.

Ik fiets de bossen in, tot de eindstreep heb ik bijna alleen nog maar mooie bospaden. Dit zijn de Kempen, met onder meer de Bergeykse Stukken en de Postelse Heide. Het is nog een kilometer of vijftien, met halverwege het dorpje Weebosch. Je zou maar wonen in deze prachtige omgeving…

Het is half één geweest als ik weer in Eersel ben. In totaal heb ik weer zestig kilometer afgelegd. Wat is Brabant toch prachtig als je gebieden bezoekt die je nog niet goed kent…

Let op: als beloofd vind je onder deze serie foto’s nog een toegift: het bezoek (met de auto) aan de grootste Duitse militaire begraafplaats van West-Europa, bij Lommel.

Toegift: Duitse militaire begraafplaats bij Lommel

Ik bevind me aan de Dodenveldstraat; mooi Belgisch gebruik van de taal. Hier is sinds 1946 de grootste Duitse militaire begraafplaats buiten Duitsland. Een Kriegsgräberstätte, in mooi Duits. Op zestien hectare groot liggen meer dan 38.000 gesneuvelden. Tot ver aan de horizon zie ik kruizen staan. ‘Dankzij de heidebeplanting baadt het terrein in augustus in een indrukwekkende paarse gloed’, las ik vooraf online. Hoe mooi het zal zijn, blijft helaas gissen. Het zal aan de droogte liggen, die paarse gloed ontbreekt. Wel is er het ontzag voor deze plek, in dit keurig onderhouden park. Je kunt een monument beklimmen voor een foto op hoogte en buiten de toegangspoort is een fietscafé. Bij Ysselsteyn heb je natuurlijk ook een Duitse militaire begraafplaats, daarover schreef ik bij deze fietstocht. En daar schreef ik al dat veel van deze Duitse soldaten ook maar gewoon jongens waren die een oorlog in werden gestuurd, een oorlog die zij niet waren begonnen. Het ging vaak om jongens van rond de 20: ongelofelijk dat zo’n enorme groep mensen is weggevaagd. Overigens is Ysselsteyn iets kleiner, maar natuurlijk net zo indrukwekkend.

Het is een kwartier rijden terug naar de grens, en dan nog drie kwartier naar huis. Het is voor vandaag genoeg geweest.

 

Comments

  1. Andre van Mierlo zegt

    Goedenavond Perry,

    Ik heb net het gedeelte van je mooie blog gelezen dat handelt over de oorlog o.a. in Bergeijk en Borkel. Hierin schreef je dat er in Westerhoven “niets” tastbaars herinnerde aan de oorlog…..Als rasechte Westerhovenaar wil ik dit toch weerleggen….In de dorpsstraat staan 2 panden met duidelijk zichtbare oorlogsschade van een granaatinslag ( op vermoedelijk 17 september 1944 ).
    Tevens is de Valentinuskapel aan de Keersop gebouwd in 1947 als ons oorlogsmonument. Dan, in de brugleuning van de eerste brug komende uit het dorp op de weg naar Borkel, is een herinneringssteen gemetseld met in grote lijnen de tekst : Vernield 10-05-1940, herbouwd 05-1941, J. van Bokhoven burgemeester. Deze brug is op 10 mei 1940 door de Nederlandse troepen opgeblazen.
    En dan, iets wat veel mensen niet weten, het oorlogskerkhof aan de Luikerweg ligt voor een zeer groot gedeelte ( ik meen zelfs meer dan de helft ) op grondgebied van de voormalige gemeente Westerhoven !!….dus Oorlogskerkhof Valkenswaard dekt niet de gehele lading…..Hopende dat ik wat relevante kennis heb kunnen delen met je,

    met vriendelijke groet,

    Andre van Mierlo
    06-54901975

    • Perry Vermeulen zegt

      Geweldig Andre, dank voor je informatie. Zo zie je maar dat dorpsbewoners meer weten dan de zoekmachines. Ik kon online echt niets vinden over Westerhoven en de oorlog. Ik ben nog wel een keer in de buurt en dan spoor ik alles op! War Cemetery Valkenswaard heb ik zo genoemd omdat dit de officiële naam is van dit ereveld…
      Dank voor je reactie, waardevol!
      Perry Vermeulen

  2. Als englesman die 11 jaren in Nederland gewoond heb, wil ik u bedanken voor uw moeite. Mijn opa (Sgt George Wilson) had met de royal welsh fusiliers gevochten en was in reusel op Sept 24th September ’44 zwaar gebleseerd. Gelukkig heeft hijj het gered, anderen niet…. Dank u….

Trackbacks

  1. […] De routes van Death Valley de Peel (pdf) en de Liberation Routes Brabant van Brabant Remembers heb ik nu allemaal gefietst; om tot de 1.000 kilometer te komen moet ik eindigen met twee eigen routes. Net zoals ik ook de route Eindhoven/Nuenen onlangs zelf uitzette. En toen stuitte ik tot mijn verwondering op een prachtig boekje, vorig jaar uitgegeven door Ferdi Das uit Valkenswaard. Hij werkt in de toerismesector en is geïnteresseerd in de Tweede Wereldoorlog, en dan met name in de gebeurtenissen in zijn eigen regio. Het boekje is mooi: tweetalig, voorzien van routekaartjes en met veel informatie over 39 points of interest in Valkenswaard, Dommelen, Waalre en Aalst. Mijn eigen voorbereiding was zo klaar; met dit boekje kom ik er wel. Eén lus sla ik over: de Britse militaire begraafplaats tussen Valkenswaard en Borkel heb ik al gehad in een eerdere route, evenals de horecagelegenheid iets verderop, waar de Britten een pilsje dronken op de aanstaande bevrijding. Lees over die plekken meer in deze blog. […]

Speak Your Mind

*