Route 6 – Oorlog in Helmond

Route 6 – Oorlog in Helmond
Donderdag 23 juli 2020
Afgelegd: 41 kilometer
Totaal: 350 van 1000 kilometer
Eerdere blogs van dit project op een rijtje: klik hier

Mohammed Chahim belde. Of hij een keer mee mocht fietsen samen met zijn vrouw Hoyem. Hij zit nu een jaar in het Europese Parlement in Brussel, tijd om weer eens wat van zijn eigen regio te proeven. Het kwam mooi uit: ik had onze woonplaats nog op het lijstje staan. Helmond. Zo’n 41 kilometer en het werd een prachtige rit; gezellig, zonnig en met tal van sporen uit de Tweede Wereldoorlog.

De route komt uit het boekje Fietsen door Death Valley De Peel (pdf), hier en daar voegde ik zelf elementen toe. Sinds kort staan er bordjes bij veel points of interest, credits gaan met name naar Helmonder Jeroen Koppes van Traces of War en STIWOT (Stichting Informatie Wereldoorlog Twee). Jeroen mag ondertussen tot de grootste deskundigen van ons land gerekend worden; dank Jeroen voor de duiding bij vragen van ondergetekende!

Helmond in de oorlog. Dit zijn de verhalen.

Helmond in de Tweede Wereldoorlog

Een korte schets. Op 11 mei 1940 werd Helmond door Duitse legereenheden bezet. Pinksterzaterdag. Duitse verkenners kwamen naar onze stad. Ze werden gearresteerd en op het politiebureau op de Zuid-Koninginnewal vastgezet. Daarop volgde een groep Duitse soldaten die hun kompanen bevrijdden. Nederlanders begonnen te schieten, waarop de Duitsers enkele notabelen (waaronder burgemeester Moons) en enkele willekeurige burgers gijzelden en met de dood bedreigden. Er zat niets anders op. Er kwam een witte vlag als teken dat Helmond zich had overgegeven en dat het vuren moest worden gestaakt. Het witte doek is nu nog te vinden in het depot van Museum Helmond.

De oorlog was begonnen, ook in Helmond. Bijna 4,5 donkere bezettingsjaren met angst, onrust, ontberingen, verzet, collaboratie, vreemde vliegtuigen boven de stad, bewaakte en opgeblazen bruggen, kanongebulder, bombardementen, schuilkelders, een NSB-burgemeester vanaf 1943 (een foto is er gek genoeg niet), dodelijke slachtoffers (fantastische bron) en deportaties (in totaal 21 stadsgenoten kwamen niet meer terug: dertien Joden en acht uit de Sinti gemeenschap).

Hierboven een prachtige kaart van de stad in 1943. Het kanaal en het spoor verdelen de stad in vieren, de Traverse en het nieuwe kanaal bestonden uiteraard nog niet. Veel Helmondse wijken waren er nog niet, de kern van de stad werd omgeven door weilanden, akkers en kleine buurtschappen in gebieden die we nu kennen als Helmond-Noord, Dierdonk, Brandevoort, de Rijpelberg, de Zwanenbeemd, et cetera. Kijk eens hoe weinig bebouwd wijken als Stiphout en Mierlo-Hout (dat toen nog bij Mierlo hoorde) waren! Mooi om te zien. Ik groeide op in de Eeuwsels; nu is daar winkelcentrum De Bus, toen was daar alleen nog maar een landelijk laantje met die naam.

In september 1944 werd de helft van Helmond bevrijd: het deel ten westen van het kanaal. De goeie kant, zoals ze in Helmond zeggen. De
eerste Britse tanks verschenen op vrijdag 22 september op de Mierloseweg, via de Houtse Parallelweg rukten ze op tot het kanaal. De Duitsers gaven zich niet zomaar gewonnen en de schade was die dag groter dan in mei 1940. Aan de overkant van het kanaal zaten stadsgenoten nog in doodsangst in de schuilkelders en het speculeren en bidden zou het hele weekend duren.

Op maandag 25 september werd ook het oostelijk deel van de stad bevrijd. Bij Someren staken ze het kanaal over, bij sluis 11. Ik schreef er eerder over bij mijn tochten in Asten en Someren. Via Ommel en Deurne rukten de geallieerden op naar Helmond. Via de Deurneseweg kwamen de tanks onze stad binnen en vanaf dat moment was het één groot feest in de stad.

De fietsroute

Mierlo-Hout

We starten vandaag bij de Cacaofabriek in het centrum van de stad. In de oorlog overigens nog een bedrijfsverzamelgebouw, de echte cacaofabriek liquideerde in 1932. In 1944 was er een grote brand in het gebouw, net als in 2008. En nu is er het prachtige culturele centrum waarvandaan we vertrekken. We beginnen vandaag in het deel van de stad dat als eerste werd bevrijd: het westelijke deel. Via natuurgebied Groot Goor en De Akkers rijden we naar de Hoofdstraat in Mierlo-Hout.

In het strategisch gelegen Mierlo-Hout is relatief hevig gevochten, tijdens de oorlog maar ook bij de bevrijding. Ik maak een foto van het rijtje huizen tussen de huisnummers 128 en 138. De twee huizen met die huisnummers, waren er al tijdens de oorlog. Ertussen stond indertijd de langgevelboerderij van de familie Vervoort. Ik las erover in dit blad van de heemkundekring in Mierlo. De zoon des huizes herinnert zich nog goed hoe de familie op 20 september de schuilkelder inging vanwege het oorlogsgeweld. Op die middag parkeerden de Duitsers hun tank achteruit de boerderij in, dwars door de voorzijde. Door de hete uitlaat stak werd een stuk van het huis in de hens gezet. De boerderij was dermate beschadigd dat die afgebroken moest worden; nu staan er vier woningen op de plek.

We fietsen door naar de Sint-Luciakerk. Achter deze kerk twee aangrijpende plekken. Op de begraafplaats St. Lucia zijn naast elkaar vier slachtoffers begraven van een bombardement dat plaatsvond in de nacht van 24 mei 1940. Het was half één en er waren nog mensen op straat: ze spraken met elkaar over de Britse vliegtuigen die ze hadden gezien, op weg naar Duitsland. Plotseling kwamen er nog een paar aanvliegen en een Britse bommenwerper wierp zijn bom af. Deze kwam terecht op de kruising Kardinaal van Enckevoirtstraat en Houtse Parallelweg. Naast enkele verwoestte huizen waren er vier slachtoffers: Alexander Helden, Frans van de Kimmenade, Sjef Spoormakers en Hendrik Smits. We fietsen zo naar het bewuste kruispunt en dan meer over het bombardement; je wordt er stil van zoals de graven hier naast elkaar liggen. Verderop is ook de laatste rustplaats van Marie Raijmakers, omgekomen bij de bevrijding in 1944.

Buiten de begraafplaats, in de tuin van Slegersstraat 3, een bijzonder monument. Drie Britse militairen hebben hier in september 1944 een tijdelijk graf gekregen, na een jaar gingen hun stoffelijke resten naar de militaire begraafplaats in Mierlo. Er is een gedenksteen en een informatiepaneel. Soldaat Phillip Davies vond de dood omdat hij zijn zwaargewonde kameraad James Ion in veiligheid wilde brengen bij de nabijgelegen spoorwegovergang; bij de reddingsactie werd hij ook zelf dodelijk getroffen door het mitrailleurvuur. De Duitsers hebben bij die spoorwegovergang op ’t Hout stevig ingezet om de Britten tegen te houden, nadat dat bij het Eindhovens kanaal niet gelukt was. Naast de drie dodelijke slachtoffers waren er gewonden die werden afgevoerd naar het (nood)ziekenhuis in Geldrop (zie deze blog), en die werden verzorgd in woningen in de omgeving. Panden in de omgeving bleven zwaar beschadigd achter, zoals de schoenwinkel van de familie Coolen, die stond waar nu al jaren de Houtse Bazar staat. Overigens werd er tot in de jaren 90 nog springstoffen en munitie gevonden bij opgravingen in de Slegersstraat en in Brandevoort, waarschijnlijk bedoeld om de spoorweg Eindhoven-Helmond op te blazen.

Wij gaan vandaag niet zoals de Britten het spoor over, maar rijden rechts de Houtse Parallelweg in. Op de hoek staat hier het indrukwekkende bevrijdingsmonument. Het monument staat op de plek van de schuilkelder van de zojuist genoemde familie Coolen. Er liggen sinds 2019 vier betonnen blokken in het gras, blokken die na de bevrijding door de Britten werden gebruikt om de kruising bij de spoorwegovergang te herstellen. Op het grote paneel worden de elf inwoners van Mierlo-Hout herdacht en ook de vier militairen die hier sneuvelden; daarnaast wordt er een onbekend aantal onbekende soldaten genoemd. Rechts informatie over Francien Coolen, die tevergeefs het leven probeerde te redden van luitenant John Bruce Millar. Hij stierf in haar armen. Vijf foto’s zijn veelzeggend: dit deel van Helmond heeft relatief veel geleden. Het monument op deze hoek vind ik bijzonder mooi.

We gaan zo de andere kant op, maar rijden nu nog even verder de Houtse Parallelweg in. De straat heette in de oorlog nog de Zuidelijke Parallelweg. We lezen het informatiebord bij de zogeheten Duitse woningen, tien woonhuizen voor Duits gekwalificeerd personeel. De meest bekende bewoner was Georg (Fritz) Potzler, directeur van een klein metaalbedrijf en sympathisant van het nationaal-socialisme. Hij woonde in het huis dat nu huisnummer 110 heeft. Rond 24 mei zou Rijkscommissaris Arthur Seys Inquart (de hoogste nazibaas van het bezette Nederland) bij hem op bezoek zijn geweest, al is dit nooit bewezen. Was Potzler een spion? Hij hield volgens sommige bronnen een lijst bij van Helmonders die niet Duitsgezind waren én hij hield zich nauwgezet bezig met manieren om de Zuid-Willemsvaart over te steken als alle bruggen vernietigd zouden worden. Ik lees ergens dat Potzler zich al vóór de inval bezighield met het in kaart brengen van Helmond en omgeving. Dat de woning van Potzler een doelwit was, is volgens Jeroen Koppes van Traces of War onzin. “Het bombardement had alleen de spoorlijn als doel. Dat het toevallig in de buurt was van Potzlers huis is puur toeval. In de geraadpleegde stukken in het archief is niets terug te vinden over speciale instructies met betrekking tot een specifiek huis in Helmond, laat staan dat Seyss-Inquart met naam genoemd wordt.” Lees zijn onderzoek hier.

We rijden honderd meter verder en zijn nu op de plaats van het genoemde bombardement waarbij vier burgers omkwamen, bij de Kardinaal van Enckevoirtstraat. Speculatie: zou de Britse bom voor die mysterieuze Potzler bedoeld zijn geweest? Het is goed mogelijk dat diezelfde nacht Arthur Seys Inquart in het huis aanwezig was; waren zij het bedoelde doelwit voor de Britten? Ik lees dat ooggetuigen onmiddellijk na het bombardement een Duitse legerauto met hoge snelheid zagen wegrijden richting Someren, begeleid door militairen. Het mysterie blijft bestaan, ook tachtig jaar na dato.

Stiphout

Door naar Stiphout, een zelfstandige gemeente in de oorlog, sinds 1968 onderdeel van Helmond. We fietsen erheen via het buurtschap Medevoort en passeren onder meer de Brandevoortse Hoeve en Sportpark Het Molenven. De bevrijders van Stiphout kwamen uit de richting van Nuenen, lees ik op Traces of War. Ook weer diezelfde 22 september: “Door het oprukken van de Britten naar Stiphout trokken de laatste Duitsers zich terug op Helmond. Hierna ging het snel en in de voormiddag werden zowel Gerwen als Stiphout bevrijd. De Britten rukten hierna verder op in de richting van Helmond.”

We bezoeken het bevrijdingsmonument van Stiphout, op de hoek van de Kloosterstraat en de Wevestraat. Het is een drie meter hoge gedenknaald waarop stieren staan afgebeeld: de aanvallende stier is het divisie-embleem van de Britse 11de pantserdivisie. Er is ook een plaquette voor verzetsheld Maurits Hertzberger, waarover dadelijk meer. Dichtbij is de Sint-Trudokerk met het kerkhof van Stiphout, maar er zijn geen oorlogsgraven hier.

Over de Dorpsstraat rijden we richting het centrum van Helmond en op nummer 106 vinden we het woonhuis van de Joodse verzetsheld Maurits Hertzberger; toen was het adres nog Helmondseweg 179d. Maurits woont er met zijn vrouw Jet van Dijk en hun kinderen. Na de deportatie van zijn in Eindhoven wonende familie, rolt Maurits langzaam het verzet in. De woning wordt een doorgangshuis voor Joodse onderduikers, vooral kinderen, op weg naar onderduikadressen in de Peel. Zo redden ze het leven van bijvoorbeeld de vierjarige Joodse kleuter Max Kater, door hem op te nemen in het gezin. Kortom, een Stiphoutse held. Hij overlijdt na een bewogen leven in 1982.

Helmond-West, de Oranjebuurt en de Steenweg

Over de Hortsedijk fietsen we naar de volgende begraafplaats en nu zijn er wel drie oorlogsgraven. Dankzij een informatiebord komen de Helmondse slachtoffers weer tot leven: je gunt alle gesneuvelden die duiding. Zo lezen we over Ben van Dorst, verzetsstrijder van het Rode Kruis. Hij nam deel aan diverse acties tegen de Duitsers en stierf op 23 september 1944, met zijn Rode Kruisvlag in de hand. Deze helft van Helmond vierde al feest op deze zaterdag, held Ben van Dorst blies zijn laatste adem uit. Het graf van Bertram Hoogenboom kunnen we helaas niet vinden; hij stierf in oktober 1944 bij een bombardement in de omgeving van de Steenweg. Heel Helmond was toen al een maand bevrijd. En ten slotte oorlogsslachtoffer Leonardus Wijnen. Hij is vermoedelijk door dwangarbeid overleden en stierf in maart 1944.

Op de Mierloseweg staan we even stil bij huize De Raymaert, zoals het pand heet waar nu restaurant Nastrium gevestigd is. Ook hier woonde in de oorlog een Joodse onderduiker, Jules de Haas. Zijn hele familie vond de dood tijdens de Holocaust, Jules overleed in 2009 op 92-jarige leeftijd. Ertegenover zat decennialang Houthandel Raaymakers. Er bestaat een mooie foto van deze plek. Bewoners uit de omgeving van de Mierloseweg werden tijdens de bevrijding door de Britten geëvacueerd, omdat verwacht werd dat bij het terugtrekken van de Duitse troepen fel gevochten zou worden. De Helmonders lachen op de foto: ze zijn vrij. In de Mierloseweg hielden meer onderduikers zich verborgen. Zo was Mierloseweg 13 een toevluchtsoord; er zit nu een bloemenzaak.

Via de Eikendreef steken we de Traverse over. De Britse tanks reden hier destijds ook, in dezelfde richting. De Traverse was er niet; de Eikendreef liep tot het kruispunt Mauritslaan/Warandelaan. Anno 2020 bevinden we ons na de Traverse niet meer op de Eikendreef, maar op de Van Stolberglaan. De tanks reden verder en daarna gingen ze via de Mauritslaan naar de Wesselmanlaan. Ik fotografeer opnieuw de prachtige woning op de hoek Van Stolberglaan/Mauritslaan, je ziet hem hieronder, met de rode luifels. Er is een prachtige foto van dit huis met een Britse tank met soldaten erop. Onder deze blog zal ik wat ’toen en nu’-foto’s plaatsen van de Mierloseweg (bij Houthandel Raaymakers), deze woning en de Molenstraat.

Wij fietsen via de President Rooseveltlaan naar de Steenweg. In september 2019 werden er in Helmond dertien struikelstenen gelegd; een steen voor iedere gedeporteerde Joodse Helmonder. Van die stenen zijn er inmiddels tienduizenden door heel Europa geplaatst: goed dat wij in Helmond er nu ook voor hebben gezorgd. Onder veel belangstelling onthulde burgemeester Blanksma vorig jaar de drie stenen op de Steenweg. In het pand waar nu de Borrelbar is gevestigd, woonde de Joodse familie Koppel. Koopman Max Koppel begon in 1938 hier een textielwinkel, Het Broekenhuis. De familie Koppel melde zich op 28 augustus 1942 op het politiebureau in Helmond voor ‘werkverruiming’ in Duitsland en werd op de trein naar Westerbork gezet. Drie dagen later vertrokken ze naar Auschwitz; moeder en kind (7) hebben na hun vertrek uit Helmond nog maar vijf dagen geleefd. We hebben ook de andere struikelstenen bezocht; zie verderop. Ik zou het goed vinden als op alle adressen een informatiebord komt; informatie over de familie Koppel heb ik van het internet. Ze verdienen een bord op de Steenweg.

Naast de Borrelbar zat het sterrenrestaurant De Rozario, ze zijn onlangs verhuist. Op dit adres, nummer 8, zat sinds 1 mei 1940 Banketbakkerij Maison La Fleur. Wim Lafleur: “Het was een heftige tijd. Mijn vader had zijn zaak nog niet geopend of hij was zwaar beschadigd door het opblazen van de Veestraatbrug, negen dagen later. Vlak voor de bevrijding, in september 1944, gebeurde dit nog een keer.”

De bekendste plek die we vandaag bezoeken, is natuurlijk die Veestraatbrug. Zo’n beetje het centrale punt van de stad. Het heerlijke weer heeft vandaag veel mensen naar het centrum getrokken, het is druk en de coronacrisis lijkt heel ver weg. Ook bij de brug is een informatiebordje geplaatst. De brug die hier lag, werd op 10 mei 1940 door de Nederlanders opgeblazen om de Duitse invasie te bemoeilijken. Ik lees dat er drie schepen werden neergelegd door de Duitsers; zo konden ze door over te stappen  toch naar de overkant komen. Later werd de brug hersteld. Als de Britten oprukken in september 1944, wordt de brug opnieuw opgeblazen; nu door de Duitsers. De helft van Helmond is dan bevrijd; de Zuid-Willemsvaart is de militaire scheidingslijn. Als dan drie dagen later ook de andere helft is bevrijd, via de route Someren-Asten-Deurne, wordt er voor een noodbrug gezorgd: een zogenaamde baileybrug. In 1947 wordt er weer officieel een Veestraatbrug in gebruik genomen.

We steken de brug over: vanaf nu zijn we in het deel van Helmond dat pas op maandag 25 september 1944 bevrijd was.

Helmond Centrum

We fietsen naar Molenstraat 194, waar vorig jaar drie struikelstenen zijn gelegd voor de familie Willy en Mietje Lobe en hun dochter Elly. Willy Lobe was de eigenaar van textielwinkel De Werkmansvriend. Op de vlucht voor de Duitsers vertrok het gezin naar Beverwijk, later naar Amsterdam. Elly verfde haar haar blond om minder op te vallen, maar het mocht allemaal niet baten. Via Westerbork kwam het drietal terecht in Auschwitz, waar ze overleden. Vanuit de trein weet Elly nog een briefje naar buiten te gooien, gericht aan haar vriendin. “Het is een hel. Als haringen in een ton. Hannie, we zullen elkaar nooit meer zien. Beesten worden beter behandeld.”

Veel vrolijker is foto 2, hieronder. Op dezelfde plek werd tijdens de bevrijding een mooie foto gemaakt. Zoals gezegd, de ’toen en nu’-foto zal ik helemaal onderin plaatsen. Wij fietsen door naar een pleintje dat ik nog niet kende: het Royal Norfolkplein. Hier staat het Royal Norfolk-monument, een stenen gedenkplaats voor een regiment dat onderdeel was van de 3rd Infantry Division. Ze waren zijdelings bij de bevrijding van Helmond betrokken, lees ik op Traces of War.

Vier volgende struikelstenen vinden we in de Heistraat, bij nummer 70. Walter Coppel was een winkelier, getrouwd met Irma Stein. Paula Stein-Winter en Berta Coppel-Philipps zijn de beide moeders van het echtpaar. Opgejaagd door de nazi’s, waren ze in de jaren dertig vanuit Duitsland naar ons land gevlucht. Ze verlieten eind 1942 hun woning aan de Heistraat, om onder te duiken in de Kamstraat. Ondanks een waarschuwing konden ze op 3 maart 1944 niet ontkomen aan een arrestatie. Zelfs de NSB-burgemeester liet zich die middag zien in de Kamstraat. Met zijn vieren gingen ze op transport, via Westerbork naar Auschwitz, om nooit meer terug te keren.

De binnenstad

Aan het einde van de Heistraat is de Tolpost. Boven de hengelsportzaak was vroeger mijn studentenkamer, op zolder. Dit is het enige vooroorlogse pand waar ik ooit gewoond heb. Ik woonde er van 2001 tot 2006 en was toen al gefascineerd door de oorlog. Wie zouden er geleefd hebben in 1940-1945? Hoe hebben zij die jaren beleefd? Als muren konden spreken… Bij een recente renovatie is ‘mijn’ dakkapel verdwenen. En nu ik beter kijk: de hengelsportzaak is er ook niet meer.

Over de Bakelsedijk gaan we richting het Hortensiapark, de plek waar onze burgemeester ieder jaar stilstaat bij de Helmondse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Dat doet ze bij de Sint Jozef Gedachteniskapel, hét monument voor de omgekomen Helmonders. De kapel stond vroeger in het bos, ergens tussen Dierdonk en de Rijpelberg, maar moest wijken toen het nieuwe kanaal werd aangelegd. Een replica werd vervolgens gebouwd op deze plek en ik lees dat hij in 1995 werd opgeleverd. Binnen staan op glazen plaquettes alle namen van de gesneuvelden. Twee keer per jaar wordt de kapel opengesteld voor publiek: op 4 mei en op 25 september, als we de Helmondse bevrijding vieren.

Rijpelberg

We rijden over de fietsbrug de Rijpelberg in en vervolgens gaan we over de Rijpelbergseweg door de bossen richting de Wolfsputterbaan, de N279. Er is hier een tunneltje onder de weg door. Helmondse politici: ik zou ook graag zo’n veilig tunneltje willen bij de Vlierdense Bosdijk, bij Brouwhuis – waar we met gevaar voor eigen leven oversteken richting de Brouwhuissche Heide. Een fietsbrug vinden we ook goed!

Bij de Rijpelaal nemen we een broodje paling; Mohammed moet een digitale stem uitbrengen voor het Europese Parlement en dit is een goed moment voor een smakelijke onderbreking. Bij recreatieplas Berkendonk zien we als we doorfietsen, dat het niet alleen in het Helmondse centrum lekker druk is vandaag.

Ook hier is weer een fietstunneltje en we bevinden ons snel weer midden in de wijk de Rijpelberg. Hier is een hele bijzondere plek waar veel mensen niet van weten. We zijn op het Dr. Knippenberghof.

De geallieerden wilden aan het eind van de Tweede Wereldoorlog een extra vliegveld in onze regio. Na het mislukken van operatie Market Garden was er een grote behoefte aan vliegvelden, om alle toestellen te kunnen bedienen. De vliegvelden van Volkel en Eindhoven waren al overvol en hier, tussen buurtschap Rijpelberg en de Deurneseweg, vonden ze een geschikte locatie. In oktober 1944 begonnen de geallieerden met de aanleg van de start- en landingsbaan, 1400 meter lang. Op 9 januari 1945 was het vliegveld klaar en vier dagen later verschenen de eerste jachtbommenwerpers. Het vliegveld kreeg de naam B86: de B staat voor British en het was het 86e vliegveld van de Britse RAF op het Europese vasteland. Het personeel werd ondergebracht in Missiehuis Christus Koning, waar later onder meer een asielzoekerscentrum was en waar nu jongeren en studenten wonen.

Vanuit hier stegen vliegtuigen op met militairen doelen boven de rivieren en in Duitsland. Op 11 april vertrok alweer de laatste vlucht, in juli werd het vliegveld opgeheven. De oorlog was voorbij. In 1947 kregen de oorspronkelijke eigenaren hun grond weer terug. Nu ligt de wijk Rijpelberg waar ooit het vliegveld lag, en de recreatieplas waar we net waren. Hieronder een actuele plattegrond waarop Har Dirkx het vliegveld projecteerde: het geeft je een goed idee van de ligging en de grootte. Ernaast ook een luchtfoto uit de oorlog: je ziet de start- en landingsbaan, maar ook nog steeds bekende ijkpunten als de Deurneseweg en het spoor.

En is er dan helemaal niets meer te vinden van dit bijzondere vliegveld? Jazeker: daarom zijn we op het Dr. Knippenberghof, bij een boerderij met een rood dak. De foto hieronder, rechts. De boerderij diende in 1944-45 als verkeerstoren; hij stond pal naast de start- en landingsbaan en naast het herkenningsteken op de grond: B86. We spreken een vrouw die haar hond uitlaat, ze woont tegenover de voormalige verkeerstoren. En nee, ze had geen idee van de bijzondere geschiedenis van het pand.

Bekijk hier filmbeelden van het vliegveld (erg bijzonder!) en diverse foto’s. Hier ook meer informatie en ik zie dat het informatiebordje bij Berkendonk te vinden is: die hadden we gemist.

We fietsen door de wijk en er is nog een bijzondere plek. Aangrijpend. Waar nu het Maurickplantsoen ligt, was in de oorlog woonwagenkamp Scheidijk. Bij de landelijke zigeunerrazzia op 16 mei 1944 werd hier de Sinti familie Hanstein opgepakt en weggevoerd naar de concentratiekampen. Acht personen en niemand keerde terug naar Helmond. We lezen de informatie op een informatiepaneel en in de stoep zijn acht struikelstenen gelegd. Op de foto kampbewoners, jong en oud, in betere tijden. We herhalen het keer op keer: wat goed dat we de verhalen op deze manier laten voortleven.

Brouwhuis

Door naar Brouwhuis. We leggen even aan bij mijn huis voor koffie, vullen onze bidons, en rijden vervolgens naar het kerkhof achter de Onze-Lieve-Vrouw Middelares aller Genadenkerk – er zit tegenwoordig een kinderopvang in. We groeten een gezin dat wat zit te eten bij het graf van een naaste en lopen door, op zoek naar het graf van het enige oorlogsslachtoffer hier: Cor Schrama. Op 31 januari 1944 werd hij neergeschoten terwijl hij in de omgeving fietste, op weg naar het boerenland van zijn vader. Op het informatiebord lezen we dat de Duitsers hem waarschijnlijk verwarden met een van de bemanningsleden van een Amerikaanse bommenwerper, die een dag eerder een noodlanding maakte hier in de buurt. Vier bemanningsleden overleden daarbij, één soldaat werd snel gearresteerd; vijf ontkwamen. Dat heeft Cor Schrama het leven gekost – hij werd zwaargewond naar het ziekenhuis in Helmond gebracht en blies die middag zijn laatste adem uit. Overigens werden de vijf Amerikanen in maart alsnog opgepakt, bij Brussel.

En langs het kanaal weer terug

We fietsen over de mooie Peeleik naar de Rochadeweg en via de Veldbeemd komen we bij sluis 9 aan de Zuid-Willemsvaart. Het kanaal volgen we ruim een kilometer en dan gaan we via onverharde wegen richting het industrieterrein. Op de Beemdweg treffen we Sjef Weber, de bokstrainer die hier zijn autobedrijf heeft. Dat is het leuke aan fietsen met Mohammed, je bent de hele dag met anderen in gesprek. Of hij de mensen kent of niet, dat maakt eigenlijk niet uit.

Mijn eerstvolgende stop, niet op de fietsroute van het boekje, is de Branchweg. We staan in een omgeving met grote bedrijven op een braakliggend veld, hier was vroeger boerderij Mariahof gevestigd. Op diverse plekken in Helmond zijn in de oorlog vliegtuigen neergestort, zoals in een moerassig gebied bij Brouwhuis en op Scheepstal. Op de huidige Branchweg ging het om een Duitse Messerschmitt Me 262; het was 28 november 1944 en de piloot sneuvelde. Jeroen Koppes van Traces of War vertelt me dat ‘Town Major’ Campbell Branch de geallieerde militaire leiding over de stad had na de bevrijding. Daar is deze straat dus naar vernoemd. Hij overleed op 20 mei 1945 na een verkeersongeluk en ligt begraven in Mierlo.

De laatste struikelstenen vinden we vandaag op de Hoogeindsestraat 4. We hebben ze nu allemaal gezien en ook hier gaat het weer om een aangrijpende familiegeschiedenis. Hier woonde de familie Koppens. Ze woonden in Den Bosch en Apeldoorn, voor ze op de vlucht voor de Duitsers in Helmond neerstreken. Vader Andries heeft moeite met de beperkingen en in de avonden waant hij zich veilig: hij gaat de straat op. Onverstandig: ze worden verraden. De arrestatie vindt plaats op 28 juli 1943. Moeder Maria en dochter Milly zouden gillend uit hun huis gesleurd zijn, volgens ooggetuigen. Het moet een vreselijk beeld zijn geweest. Vanuit Vught werd het drietal naar Auschwitz gebracht en begin 1944 zijn ze niet meer in leven. Op het informatiebord staat een foto van het echtpaar. De struikelstenen krijgen een gezicht. Ik hoop dat de andere families ook een infopaneeltje wordt gegund.

De laatste stop voor we terugkeren naar de Cacaofabriek, is het voormalige kantongerecht (1906) aan de Weg op den Heuvel, bij het station. Ik ken het pand goed, het bedrijf dat er sinds 2015 is gehuisvest is van een van mijn beste vrienden. We hebben er al leuke feestjes gehad. In 1945 is het er wat minder gezellig: hier waren na de bevrijding de zittingen van het Tribunaal Helmond. Opgepakte NSB’ers en andere landverraders moesten berecht worden. Misschien wel de meest bekende die hier terecht stond: NSB-burgemeester Harmen Maas. Hij volgde Antoon Moons op, die door de Duitsers uit zijn functie werd ontheven in 1943. Moons dook onder en keerde na de bevrijding weer terug als burgemeester. Harmen Maas (lees een uitstekende biografie hier) dook na de oorlog onder maar werd opgepakt, op 20 april 1945. In het pand voor onze neus, werd hij uiteindelijk in 1947 veroordeeld tot 3,5 jaar internering met aftrek. Dat betekende een gevangenisstraf tot 20 oktober 1948. Ook mocht hij zichzelf niet meer verkiesbaar stellen en zelf ook niet meer stemmen. Hij zat vast in Vught, verhuisde daarna naar Amsterdam en overleed daar op 25 februari 1958 op 58-jarige leeftijd. Ik schreef het al in de inleiding van deze blog: er is gek genoeg geen enkele foto van de man.

Toen en nu

De route door Helmond was mooi: we hebben veel geleerd over onze eigen stad. Ik wil natuurlijk met name mijn fietsgezelschap bedanken: het was een mooie dag met Mohammed en Hoyem. En met 41 kilometer erbij staat de teller na zes ritten in totaal op precies 350 kilometer.

Als beloofd sluit ik af met drie vergelijkingsfoto’s: Helmond in september 1944 en juli 2020. Bij de bovenste situatie staat alleen nog maar het kleine huisje overeind van de voormalige Houthandel Raaymakers; die uitstekende pilaar is op beide foto’s zichtbaar.

 

 

 

Comments

  1. Hans Verschuuren zegt

    Hallo, ik kwam op pinterest dezelfde tank (T232524) tegen:
    Sherman Ic Firefly and other vehicles in the village of Putanges, Normandy. 19/20 August 1944. Sherman (T 232524) is with ‘C’ Squadron, 23rd Hussars, 29th Armoured Brigade, 11th Armoured Division,
    https://scontent-lhr3-1.xx.fbcdn.net/v/t1.0-9/20952976_1314305802032542_3498822928221580957_n.jpg?oh=bdc56cbdaf140f742eda3b9f43043387&oe=5A29F14A
    Groeten

Trackbacks

  1. […] stuk heb ik nu niet gedaan, hier kom ik tijdens mijn ronde in Helmond op een later moment (lees er hier uitvoerig over, fietstocht 6). Hier en daar plakte ik wel eigen lussen eraan vast, omdat ik meer […]

  2. […] piloot Hans Wulff opent op 1 januari 1945 het vuur op het in aanbouw zijnde vliegveld in Helmond (zie ook deze blog). Als hij weer optrekt, ziet hij kans ook de Spitfire van de Canadese piloot David A. Bridgen te […]

  3. […] Donderdag 21 september 1944. Aan Britse eenheden de eer om het gebied rond Nuenen, Gerwen en Nederwetten te bevrijden en daarna door te trekken naar Helmond, via Stiphout. Tussen Nuenen en Gerwen stuiten ze op een flinke Duitse tegenstand en bij de strijd die volgt, raken verschillende geallieerde soldaten zwaargewond. De Duitsers waren met velen en toen het langzaam donker werd, werd besloten om de aanval de volgende ochtend voort te zetten. Die nacht trokken de Duitsers zich terug naar Helmond, achter de Zuid-Willemsvaart. Om zes uur begon het beslissende offensief en de opmars verliep nu vrij snel. Het was 22 september 1944. In de voormiddag werd het hele gebied bevrijd, inclusief Stiphout en het oostelijke deel van Helmond. De andere helft van die stad moest wachten tot na het weekend; alles daarover in mijn blog over Helmond. […]

  4. […] Tilburg liggen 39 struikelstenen, bedoeld om slachtoffers van nazi-vervolgingen te gedenken. In Helmond zag ik ze allemaal, hier in Tilburg houden we het bij drie stenen in de Tuinstraat. Hier woonde de […]

  5. […] worden bereikt. Zo zou deze oversteek dus ook cruciaal zijn voor de bevrijding van Deurne en Oost-Helmond. Via het kasteel van Asten, op 5 oktober 1944 door de Duitsers in brand gezet en nooit meer […]

Speak Your Mind

*